Het soennitische gebed Tarawih wordt in overleveringen aangeduid als Qiyam al-Layl min Ramadan (“Staan van de nacht in Ramadan”) en Qiyam al-Ramadan (“Staan van Ramadan”). Sommige soennitische moslims beschouwen de Tarawih-gebeden als Sunnat al-Mu’akkadah. Andere soennitische moslims geloven dat Tarawih een optioneel gebed is dat thuis mag worden verricht. Volgens deze overlevering bad Mohammed aanvankelijk en voor korte tijd de Tarawih in de samenkomst tijdens de Ramadan, maar hij staakte deze praktijk uit vrees dat het verplicht zou worden, maar toch heeft hij het nooit verboden. In de tijd dat Umar de kalief was, voerde hij het bidden van Tarawih in de gemeente weer in.
Shia moslims beschouwen Tarawih als bid’ah, ingevoerd na de dood van Mohammed door Umar ibn al-Khattab, volgens zijn eigen woorden.
Een hadith uit (Shia) kitab al-kafi: ‘Abu ‘Abdallah, vrede zij met hem, heeft gezegd dat de Boodschapper van Allah, vrede zij met hem en zijn nageslacht, zijn gebed zou vermeerderen tijdens de maand Ramadan. Na Al-‘Atmah (het late avondgebed), zou hij meer gebeden verrichten. De mensen achter hem stonden op (voor het gebed), maar hij ging naar binnen en verliet hen. Daarna, nadat hij naar buiten was gekomen, zouden zij achter hem gaan staan (voor het gebed), maar hij zou hen verlaten en meerdere malen naar binnen gaan’. Hij (de verteller) heeft gezegd dat de Imam toen zei: ‘Je moet het gebed niet verrichten na het late avondgebed tijdens de andere tijden dan de maand Ramadan’.
Muhammad al-Bukhari verhaalde over het Tarawih gebed in Sahih al-Bukhari:
“Ik ging op een nacht in de Ramadan in gezelschap van Umar bin Al-Khattab naar de moskee en trof de mensen biddend in verschillende groepen aan. Een man bad alleen of een man bad met een kleine groep achter hem. Dus, ‘Umar zei: ‘Naar mijn mening zou ik deze (mensen) beter verzamelen onder de leiding van één Qari (Recitant) (d.w.z. laat hen in congregatie bidden!)’. Dus nam hij zich voor om hen te verzamelen achter Ubai bin Ka’b. Toen op een andere nacht ging ik weer in zijn gezelschap en de mensen waren aan het bidden achter hun recitant. Daarop zei ‘Umar: ‘Wat een voortreffelijke Bid’a (d.w.z. innovatie in de godsdienst) is dit’.
In plaats daarvan geloven Twelvers in het Tahajjud-gebed of Salat al-Layl (‘nachtgebed’), dat het hele jaar door wordt aanbevolen, vooral tijdens de nachten van de Ramadan.