Patellar Grind Test

Doel

Het doel van deze test is het opsporen van de aanwezigheid van een patellofemorale gewrichtsaandoening (patellofemoraal pijnsyndroom, chondromalacia patellae, patellofemorale DJD). Deze test is ook bekend als Clarke’s Test.

Techniek

Patiënt wordt in rugligging of in lange zit gebracht met de betrokken knie gestrekt. De onderzoeker plaatst de webruimte van zijn hand net superieur aan de patella terwijl hij druk uitoefent. De patiënt wordt geïnstrueerd om de quadricepsspier zachtjes en geleidelijk samen te trekken. Een positief teken bij deze test is pijn in het patellofemorale gewricht.

Alternatieve Methode

Rieder beveelt aan rechtstreeks op de patella te drukken. De patiënt wordt dan gevraagd de quadriceps-spieren aan te spannen terwijl de onderzoeker naar beneden duwt.

1. De proefpersoon ligt op de rug met gestrekte knieën.
2. De examinator staat naast de betrokken zijde en plaatst de webruimte van de duim op de superieure rand van de patella.
3. De proefpersoon wordt gevraagd de quadriceps-spier samen te trekken terwijl de examinator neerwaartse en inferieure druk uitoefent op de patella.
4. Pijn bij het bewegen van de patella of het onvermogen om de test te voltooien wijst op een patellofemorale disfunctie.

• Als de patiënt de contractie kan voltooien en volhouden zonder pijn, wordt de test als negatief beschouwd.
• Als de test Retropatellaire pijn veroorzaakt en de patiënt de contractie niet zonder pijn kan volhouden, wordt de test als positief beschouwd.

Voorzichtigheid

De hoeveelheid uitgeoefende druk moet zorgvuldig worden gecontroleerd, aangezien meer druk zelfs bij normale personen een positieve reactie kan uitlokken.

Sensibilisator

• Het beste is de procedure enkele malen te herhalen, waarbij de druk telkens wordt opgevoerd en de resultaten worden vergeleken met die van de niet-aangedane zijde.
• Om verschillende delen van de patella te testen, moet de knie worden getest in 300 , 600, 900 en in volledige extensie.

Evidence

Deze techniek is gebaseerd op de mechanica van het patellofemorale gewricht en is niet specifiek getest. Veel patiënten zullen pijn hebben bij deze test, ongeacht of zij tekenen en symptomen van patellofemorale pijn vertonen. De meeste klinische testen voor patellofemorale pijn hebben een lage betrouwbaarheid of zijn niet getest, en er is geen gouden standaard test voor de diagnose van deze aandoening. Aangezien er een zeer beperkte specificiteit is met deze test, moet deze niet alleen worden gebruikt om de aanwezigheid van patellofemorale pijn vast te stellen.

Odds Ratio

Positive Likelihood ratio 1,94

Negative Likelihood ratio 0,69

1. Baxter R. Pocket Guide to Musculoskeletal Assessment, 2nd edition. Copyright 2003, Elsevier Science (USA).
2. 2.0 2.1 2.2 Magee DJ: Orthopedic Physical Assessment, 5th ed. Philadelphia, WB Saunders, 2008.
3. Magee DJ: Orthopedic Physical Assessment, 4th ed. Philadelphia, WB Saunders, 2002.
4. Fredericson M, Yoon K. Physical Examination and Patellofemoral Pain Syndrome. Am J Phys Med Rehabil. 2006 Mar;85(3):234-43.