Muisspinnen zijn spinnen van het genus Missulena. Er zijn 11 soorten in dit geslacht bekend, die op één na allemaal wijdverspreid zijn over het vasteland van Australië. Muisspinnen komen zowel in kustgebieden als in drogere gebieden voor, maar niet in tropische regenwouden. Eén soort, Missulena tussulena, komt voor in Chili.
Muisspinnen zijn een soort van Trapdeurspinnen en worden soms verward met Trechterwebspinnen.
Muisspin Kenmerken
Muisspinnen zijn middelgrote tot grote spinnen, die in lengte variëren van 1 centimeter tot 3 centimeter. Vrouwelijke muisspinnen zijn meestal 3 centimeter lang, terwijl mannetjes kleiner zijn met een lengte van ongeveer 2 centimeter.
Mannelijke muisspinnen hebben langere poten en lange palpen (een langwerpig, vaak gesegmenteerd aanhangsel dat meestal bij ongewervelde dieren in de buurt van de mond te vinden is en gebruikt wordt voor zintuigen, voortbeweging en voeding) die eruit zien als een extra paar poten. Muisspinnen zijn zwart of bruin van kleur met korte, gedrongen, dikke poten. Hun kop is glanzend en ze hebben hoge, brede koppen, met ogen verspreid over de voorkant van de kop.
Muis spinnen hebben korte spindoppen, gelegen in de achterkant van het achterlijf. Muisspinnen vertonen sexueel dimorfisme, waarbij de vrouwelijke spinnen geheel zwart zijn en de mannelijke spinnen een soortspecifieke kleuring hebben. De mannelijke Oostelijke muisspin (Missulena bradleyi) heeft een blauwachtige vlek en de mannelijke Roodkopmuisspin (Missulena occatoria) is bruinachtig van kleur, met rood getinte kaken.
Muisspin Habitat en Spinnenwebben
Muisspinnen maken deel uit van de Gondwanaland fauna (zuidelijk supercontinent) dit komt omdat de meeste bewoners zijn van Australië, hoewel één soort in Chili voorkomt en een andere bijna verwante in Zuid-Amerika.
Muisspinnen leven in holen in de bodem die bedekt zijn met een scharnierende bovenkant die bekend staat als het luik. Muisspinnenholen kunnen tot 30 centimeter diep zijn. Het hol biedt een schuilplaats tegen roofdieren, parasieten, lage luchtvochtigheid en hoge temperaturen. Mannelijke muisspinnen verlaten het hol vaak op zoek naar een partner, maar de vrouwtjes blijven het grootste deel van hun leven in het hol, tenzij ze per ongeluk worden opgegraven.
Muisspin Dieet
Muisspinnen eten voornamelijk insecten, maar ook andere kleine dieren als de gelegenheid zich voordoet. Muisspinnen voeden zich door naar prooien te longen die de ingang van het hol passeren. Tot de voornaamste predatoren van de muisspin behoren wespen, bandicops, duizendpoten en schorpioenen.
Gif van de muisspin
Zowel mannelijke als vrouwelijke muisspinnen hebben zeer grote hoektanden en hoektandbasissen. Muisspinnen zijn agressieve spinnen en zullen bijten als ze worden geprovoceerd. Bij slechts enkele van de soorten zijn echter ernstige symptomen geconstateerd die lijken op die van de trechterwebspin. In tegenstelling tot de trechterwebspin is de muisspin echter veel minder agressief tegen mensen (tenzij uitgelokt) en kan vaak ‘droge’ beten geven.
Muisspin Voortplanting
Mannetjes zijn geslachtsrijp als ze ongeveer 4 jaar oud zijn. Muisspinnen verlaten tijdens het voortplantingsseizoen hun ondiepe holen om een partner te zoeken. Ze zijn ongewoon in die zin dat hun zwerfgedrag overdag plaatsvindt, in tegenstelling tot andere mygalomorfe spinnen, waarvan de mannetjes ’s nachts zwerven. De paring vindt meestal plaats in het hol van het vrouwtje. Het vrouwtje legt 60 of meer eieren in een eierzak die ze in een broedkamer naast de hoofdas van haar hol legt. De spinnejongen komen in de zomer uit de eierzak en blijven bij de moeder tot in de herfst, wanneer de verspreiding plaatsvindt.
De spinnejongen van de Roodkopmuisspin verspreiden zich door ballonvaren, een techniek die zeldzaam is bij mygalomorfen. Dit verklaart de relatief wijde verspreiding van Roodkopmuisspinnen in vergelijking met andere mygalomorfe soorten, waaronder de Oostelijke Muisspin, die zich waarschijnlijk over de grond verspreidt.