De visuele nalatenschap van de Amerikaanse kunstenaar Keith Haring weerspiegelt de tijdgeest van een decennium en die van een continent. Zijn cartooneske figuren, felle kleuren en blaffende honden werden wereldberoemd, maar er is meer dan je op het eerste gezicht zou denken. Hij satiriseerde de nationale en internationale politiek, hij verlevendigde de feestscène van de jaren tachtig en hij voerde de nationale – en een persoonlijke – strijd tegen AIDS, die hij uiteindelijk in 1990 verloor. BOZAR blikt terug op het bewogen leven en werk van de Amerikaanse legende in een groot retrospectief. Hier alvast een voorproefje in vijf feiten.
1. Haring gebruikte de New Yorkse metro als zijn canvas
‘Het publiek heeft recht op kunst… Kunst is voor iedereen.’ (Keith Haring)
Toen Keith Haring de motregen van Kutztown verruilde voor de verblinding van New York, herkende hij onmiddellijk het potentieel van de met graffiti bedekte stad. De straat werd zijn atelier en het vormde al snel zijn visuele vocabulaire. In die dagen drukte hij zijn stempel op de stad, of meer bepaald, op de metro. Op de blanco vellen papier die over de oude reclameaffiches waren geplakt, verschenen plotseling blaffende honden, baby’s en dansende mannen. Bliksemsnel bracht de jonge kunstenaar zijn – nu iconische – vloeiende en instinctieve lijnen aan, een stukje anonieme kunst voor de voorbijgangers, maar ook een onwettige daad die niet altijd onopgemerkt bleef.
2. Haring was een activist
‘Een woordvoerder van de samenleving op een bepaald moment in de geschiedenis’, zo omschreef Haring de kunstenaar. Door zijn eenvoudige en toegankelijke beeldtaal bracht hij vaak ernstige kwesties – racisme, nucleaire oorlog, HIV – voor iedereen binnen handbereik. Door middel van posters die hij uitdeelde bij demonstraties, kwam hij naar buiten als een activist in de letterlijke zin van het woord. En de jonge Amerikaanse kunstenaar was altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de wereldpolitiek. Zijn groeiende bekendheid leverde hem in 1986 een uitnodiging op om de westelijke kant van de Berlijnse Muur te schilderen. Hij zag het als een ‘poging om de muur psychologisch te vernietigen’.
3. Haring had een unieke affiniteit met kinderen
‘Kinderen weten iets dat de meeste mensen zijn vergeten.’ (Keith Haring)
Voor Haring waren kinderen meer dan een publiek, ze waren vaak deelnemers aan zijn creatieve proces. In 1986 schilderde hij met duizend kinderen in New York een spandoek waarop het Vrijheidsbeeld van tien verdiepingen hoog stond afgebeeld. Voor Haring vertegenwoordigde de baby de zuiverste en meest positieve ervaring van het menselijk bestaan. De figuur – een allegorie, als het ware, van eerlijkheid en integriteit – komt vaak voor in zijn werk. In lijn met deze gedachte worden in BOZAR tijdens de tentoonstelling verschillende kinderactiviteiten georganiseerd, zoals Familiedag en ontdekkingstochten.
4. Haring trok op met mediafenomenen als Warhol en Madonna
Haring woonde en werkte in de East Village. De wijk in Manhattan was een magneet voor opkomende kunstenaars uit de undergroundscene. Haring mengde zich al snel tussen mensen als Madonna, Grace Jones en Jean-Michel Basquiat. Andy Warhol was lange tijd een bron van inspiratie voor hem. Ze waren vaak te vinden op plaatsen als Club 57, waar beeldende kunstenaars en muzikanten elkaar ontmoetten. Ook bekende modeontwerpers als Vivienne Westwood putten uit Haring’s talent. Door haar combinatie van kunst en mode bracht ze vernieuwing.
5. Haring liet monumentale sporen na in Europa
De waardering die hij kreeg van zijn collega-kunstenaars en de groeiende populariteit van zijn werk stelden Haring in staat zijn werkterrein uit te breiden. In de late jaren 1980, schilderde hij een aantal grote muurschilderingen in België en Nederland. In slechts vier uur tijd bracht hij kleur in de cafetaria van het Antwerpse Museum van Hedendaagse Kunst (M HKA). Een paar dagen later deed hij hetzelfde op een container in Knokke, die in 2017 voor een koele twee miljoen op een veiling werd verkocht. Na zijn grote solotentoonstelling in het Stedelijk Museum van Amsterdam schilderde hij een enorm zeemonster op een muur in de buurt. In 1989, een paar maanden voordat hij aan een aids-gerelateerde ziekte overleed, voltooide hij zijn laatste muurschildering in Pisa. Hij tekende af in (typische) stijl: met veel kleur en visuele beweging.