De “ontdekkingsbotten” die tot de ontdekking van de Carnegiegroeve hebben geleid, waren staartwervels (rugbeenderen) van Apatosaurus louisae. Dit exemplaar, een bijna compleet skelet met schedel, werd het type-exemplaar van Apatosaurus louisae. Dit betekent dat het de eerste van zijn soort was die ooit gevonden en wetenschappelijk beschreven werd.
Zoals vele sauropoden en dinosauriërs in het algemeen, zijn Apatosaurus-schedels uiterst zeldzaam. De schedelbeenderen zijn dun en gemakkelijk te verpletteren. Schedels zijn meestal hol om zachte weefsels te bevatten die niet bewaard kunnen blijven. Fijne sedimenten drukken de schedel plat, zoals je op een leeg blikje stapt. Deze schedels kunnen bewaard blijven, maar een deel van de driedimensionale structuur gaat verloren.
De enige Apatosaurusschedel ter wereld werd gevonden in de Carnegiegroeve, omdat het sediment van zandformaat het bot in groot detail bewaart zonder het samen te drukken. Een afgietsel van de Apatosaurus-schedel is tegenwoordig nog te zien met de rest van het specimen in het Carnegie Museum of Natural History in Pittsburgh, Pennsylvania. De echte schedel wordt niet tentoongesteld vanwege de fragiele aard van het bot.