Porositeit of poriënruimte verwijst naar het volume van de holten in de bodem die kunnen worden gevuld door water en/of lucht. Het is omgekeerd evenredig met de bulkdichtheid. Porositeit wordt berekend als percentage van het bodemvolume:
Bulkdichtheid x 100 = % vaste ruimte Deeltjesdichtheid
100% – % vaste ruimte = Percentage poriënruimte
Losse, poreuze bodems hebben een lagere bulkdichtheid en een grotere porositeit dan dicht opeengepakte bodems. De porositeit varieert naar gelang van de deeltjesgrootte en de aggregatie. Ze is groter in kleiachtige en organische bodems dan in zandige bodems. Een groot aantal kleine deeltjes in een bodemvolume levert een groot aantal bodemporiën op. Minder grote deeltjes kunnen hetzelfde volume grond innemen, zodat er minder poriën en minder porositeit zijn.
Compactie vermindert de porositeit naarmate de bulkdichtheid toeneemt. Als door verdichting de bulkdichtheid toeneemt van 1,3 tot 1,5 g/cm3, neemt de porositeit af van 50 procent tot 43 procent. Aggregatie verlaagt ook de porositeit omdat er meer grote poriën aanwezig zijn in vergelijking met afzonderlijke klei- en siltdeeltjes die geassocieerd zijn met kleinere poriën.
Poriën van alle maten en vormen vormen samen de totale porositeit van een bodem. Porositeit zegt echter niets over de grootte van de poriën.