Het zal je misschien verbazen dat chilipepers oorspronkelijk uit Amerika komen en al duizenden jaren deel uitmaken van het menselijke dieet. Archeologen in Ecuador hebben bewijs ontdekt dat erop wijst dat mensen al meer dan 6.000 jaar chilipepers verbouwen en eten.
Christopher Columbus (ja, dezelfde man die we eren voor het “ontdekken” van Amerika) was een van de eerste Europeanen die chilipepers tegenkwam toen hij Midden- en Zuid-Amerika begon te verkennen. Columbus en andere ontdekkingsreizigers lieten de Europeanen kennis maken met de chilipeper toen ze naar huis terugkeerden.
Niet lang daarna begonnen de Europeanen culinaire en medicinale toepassingen voor chilipepers te vinden. In 1494 schreef Diego Alvarez Chance, een arts op Columbus’ tweede reis naar West-Indië, over de medicinale eigenschappen van chilipepers.
Toen de handel tussen Europa en het Verre Oosten toenam, werd de chilipeper ook geïntroduceerd op de Filippijnen, in India, Korea en Japan en werd ook daar een onderdeel van de lokale keuken.
Waar haalt zo’n kleine peper zijn grote hitte vandaan? Het antwoord is capsaïcine, een chemische stof in de peper.
Wanneer je een peper eet, komt capsaïcine in contact met pijnreceptoren in je mond. Deze pijnreceptoren voelen warmte. Wanneer capsaïcine de receptoren activeert, sturen ze een bericht naar de hersenen met de boodschap dat u iets warms hebt gegeten.
Uw hersenen reageren op het bericht door uw hartslag te verhogen, de transpiratie te verhogen en endorfine vrij te geven, wat speciale lichaamschemicaliën zijn die pijn helpen verlichten. De hoogste concentratie capsaïcine is aanwezig in het witte vruchtvlees aan de binnenkant van een peper en het omhulsel van de zaadjes.
Paprika’s zijn er in alle verschillende maten, vormen, kleuren en pittigheidsgraden. In 1912 ontwikkelde een chemicus genaamd Wilbur Scoville een speciale schaal om de pittigheid van een peper te meten.
Scoville liet getrainde proevers water met chilipeper extracten proeven, een experiment dat de “Scoville Organoleptic Test” werd genoemd. Door de monsters te verdunnen tot de proevers geen hitte of pikantheid meer konden waarnemen, kende Scoville aan elke peper een cijfer toe dat “Scoville Heat Unit (SHU)” wordt genoemd.
Een habanero peper heeft bijvoorbeeld een SHU-waarde van 200.000. Dit betekent dat het habanero-monster 200.000 keer verdund moest worden voordat proevers de hitte niet meer konden waarnemen.
De Scoville Schaal wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt, en pepers variëren van 0 (paprika’s) tot meer dan een miljoen (naja jokolia/ghost chili). Pure capsaïcine meet 16 miljoen SHU’s!
Als je geen fan bent van pittig eten, zullen chili pepers misschien niet snel op je bord verschijnen, maar houd ze in de gaten in je lokale ziekenhuis. Een recente studie ontdekte dat capsaïcine kankercellen aanviel zonder de gezonde cellen in de buurt te schaden. Deze ontdekking kan nuttig zijn voor toekomstig kankeronderzoek en de ontwikkeling van kankerbehandelingen.
Fun facts about chili peppers:
- Capsaïcine is onoplosbaar in water, wat betekent dat een glas water je mond niet zal afkoelen zodra je in een peper bijt. Als u op zoek bent naar verlichting, probeer dan een glas koude melk in plaats daarvan.
- Chili pepers zijn een geweldige bron van vitamine C.
- Er zijn drie aanvaardbare vormen van spelling chili in de Engelse taal: “Chili’ (Zuid-Amerika en delen van de Verenigde Staten), ‘Chile’ (Noord-Amerika, inclusief delen van de Verenigde Staten), en ‘Chilli’ (Groot-Brittannië).