Pleurale effusie verzamelt zich in de costodiaphragmatische uitsparing wanneer de patiënt in staande positie is, en wordt op gewone röntgenfoto’s weergegeven als “afstomping” van de costophrenic hoek.
Een thoracocentese (pleuraaftap) wordt hier vaak uitgevoerd terwijl de patiënt in volle expiratie is, omdat er minder risico is op het doorprikken van de longen en daardoor een pneumothorax te veroorzaken.
ImagingEdit
In de anatomie zijn de costofrenische hoeken de plaatsen waar het diafragma (-phrenic) de ribben (costo-) ontmoet.
Elke costofrenische hoek kan normaal op een röntgenfoto van de borstkas worden gezien als een scherp gepunte, neerwaartse inkeping (donker) tussen elk hemi-diafragma (wit) en de aangrenzende borstkaswand (wit). Een klein deel van elke long reikt normaal tot in de costofrenische hoek. De normale hoek meet gewoonlijk dertig graden.
Pleurale effusieEdit
Bij een pleurale effusie hoopt zich vaak vocht op in de costophrenic hoek (door de zwaartekracht). Dit kan de long naar boven duwen, wat resulteert in “afstomping” van de costofrenische hoek.De posterieure hoek is het diepst.Obtuse angulatie is een teken van ziekte.
Röntgenfoto van de borstkas is het eerste onderzoek dat wordt gedaan om de aanwezigheid van pleuravocht te bevestigen. De laterale rechtopstaande röntgenfoto van de borstkas moet worden onderzocht wanneer een pleurale effusie wordt vermoed. Op een rechtopstaande röntgenfoto wordt de posterieure costofrenische hoek door 75 mL vloeistof afgestompt. Voor het afstompen van de laterale costofrenische hoek is meestal 175 mL nodig, maar dit kan oplopen tot 500 mL. Grotere pleurale effusies maken delen van de hemithorax ondoorzichtig en kunnen mediastinale verschuiving veroorzaken; effusies > 4 L kunnen volledige ondoorzichtigheid van de hemithorax veroorzaken en mediastinale verschuiving naar de contralaterale zijde.