What zijn angstige gedragingen?
Verschuivingen in het gedrag van mensen met dementie komen vaak voor. Sommige mensen kunnen ongerust en angstig worden, maar niet in staat zijn u te vertellen wat hen ongerust maakt. De persoon kan onrustig zijn en ijsberen of friemelen. Soms lijkt het alsof hij vastzit in een groef en niet in staat is om verder te gaan. Ze kunnen zich aan u vastklampen als u probeert de kamer of het huis te verlaten.
Een ander veel voorkomend angstig gedrag is schaduwen – u op de voet volgen door het huis als een schaduw. Sommige familieleden en verzorgers beschrijven de stress van het voortdurend geschaduwd worden, geen privacy kunnen vinden, zelfs niet op het toilet.
Wat veroorzaakt deze gedragingen?
Er zijn vele redenen waarom gedragingen veranderen. Elke persoon met dementie is een individu die op zijn eigen manier op de omstandigheden reageert. Soms kan het gedrag te maken hebben met veranderingen in de hersenen. In andere gevallen kunnen er gebeurtenissen of factoren in de omgeving zijn die het gedrag uitlokken. In sommige gevallen kan een taak te ingewikkeld zijn. Of de persoon voelt zich niet goed.
Gedrag begrijpen
Het is belangrijk om te proberen te begrijpen waarom de persoon met dementie zich op een bepaalde manier gedraagt. Als familieleden en verzorgers kunnen bepalen wat het gedrag uitlokt, is het misschien gemakkelijker om manieren te bedenken om te voorkomen dat het gedrag zich herhaalt.
Enkele veel voorkomende oorzaken van angst worden hieronder geschetst:
Veranderingen in de hersenen
Deze kunnen direct gevoelens van angst veroorzaken.
Gevoelens van verlies en spanning
Naarmate mensen minder begrijpen van wat er om hen heen gebeurt, kunnen ze angstiger worden. Ze kunnen zich zorgen maken over mensen uit het verleden of op zoek gaan naar een omgeving die vertrouwd voor hen is, met name plaatsen die vertrouwd voor hen waren op een eerder moment in hun leven.
Gevoel van mislukking
Een persoon met dementie kan zich onder druk gezet voelen omdat hij niet meer kan voldoen aan de eisen van alledag en zich zorgen maken dat hij iets niet goed doet. Ze kunnen ook angstig worden als ze een taak proberen en falen.
Reageren op de spanning van anderen
Anxiety kan het gevolg zijn van het herkennen van de spanning of negatieve gevoelens van mensen en situaties om hen heen.
Grief
Anxiety, verlies en rouw zijn nauw verwante emoties. Personen met dementie kunnen zich ervan bewust zijn dat er iets mis is, zelfs als hun inzicht anders gering lijkt. Dit besef van verlies kan leiden tot angst en verdriet.
Wat te proberen
- Een medisch onderzoek zal helpen bij het vaststellen van eventuele lichamelijke problemen, of ongewenste bijwerkingen van medicatie
- Geestsangst kan een symptoom van depressie zijn. Als u vermoedt dat een depressie een probleem kan zijn, praat dan met de arts. Het is belangrijk dat wanneer een depressie wordt vermoed, dit wordt onderzocht en behandeld
- Stel de persoon gerust en steun hem
- Probeer kalm en zacht te reageren
- Begrijp het onderliggende gevoel indien mogelijk
- Probeer de eisen die aan de persoon worden gesteld te verminderen
- Geef de persoon iets als munten of zorgenkralen om mee te spelen
- Zorg ervoor dat de persoon voldoende lichaamsbeweging krijgt
- Probeer over te schakelen van cafeïnehoudende naar nietcafeïnevrije dranken
- Als u een aantal strategieën heeft ontwikkeld om angstig gedrag te beheersen, probeer er dan voor te zorgen dat ze begrepen en gebruikt worden door alle andere mensen die ook voor de persoon met dementie zorgen.
Omgaan met schaduwen
Zorg ervoor dat u tijd en ruimte hebt weg van de persoon met dementie door de zorg met anderen te delen. Dit zal hen helpen eraan te wennen dat u er niet altijd bent.
Heb een manier om te ontsnappen wanneer de dingen u boven het hoofd groeien – een blokje om, een buurman of buurvrouw die u even kunt opzoeken, of een kamer waar u alleen kunt zijn.
Het omgaan met dit gedrag in de dagelijkse praktijk kan zeer veeleisend zijn voor gezinnen en verzorgers. De gedragingen zijn symptomen van dementie en zijn niet bedoeld om u opzettelijk van streek te maken. Vergeet niet voor uzelf te zorgen en regelmatig pauzes te nemen.
Wie kan u helpen?
Bespreek met de arts uw zorgen over de gedragsveranderingen en de gevolgen daarvan voor u.