20 jaar geleden, in 1998, publiceerde Scientific American een artikel van Colin J. Campbell en Jean H. Laherrère getiteld “The End of Cheap Oil” , waarmee een debat over de uitputting van olie op gang werd gebracht dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Het was de terugkeer van een visie op de uitputting van de olievoorraden die meer dan 40 jaar eerder was voorgesteld door Marion King Hubbert en in latere jaren grotendeels was vergeten. In hun artikel actualiseerden Campbell en Laherrère het model van Hubbert met nieuwe ramingen van de reserves en stelden zij voor dat de wereldproductie van ruwe olie rond 2004-2005 een piek zou bereiken en daarna aan een onomkeerbare daling zou beginnen. Kort daarna stelde Colin Campbell de term “piekolie” voor om het hoogste mondiale olieproductieniveau aan te duiden. De term zou in het daaropvolgende decennium populair worden en een ware beweging van ideeën op gang brengen die soms de “peak oil movement” wordt genoemd. Vandaag de dag blijken deze voorspellingen slechts ten dele juist te zijn geweest, voornamelijk omdat de rol van “niet-conventionele” olie werd onderschat. De “peak oil”-beweging lijkt te zijn weggeëbd, terwijl het concept uit het debat lijkt te zijn verdwenen en algemeen wordt beschreven als zijnde “fout” geweest. Dit document geeft een overzicht van de cyclus van de “peak oil”-beweging, waarbij wordt nagegaan hoe het “peak oil”-concept werd begrepen door het publiek en de besluitvormers en wat de oorzaak was van de verspreiding en de ondergang ervan, althans tot op heden.