Op het eiland wonen naar schatting 18 miljoen mensen, waarvan de meerderheid in de laagvlakten aan de kust en in de steden woont. De bossen in het Hart van Borneo-gebied zijn van grote waarde voor het levensonderhoud van de mensen en voor het milieu. Er is een sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de inheemse volkeren en de hulpbronnen en de diensten die het bos levert.
De volkeren van Hart van Borneo
De inheemse volkeren van Hart van Borneo zijn algemeen bekend als Dayak. De term werd bedacht door Europeanen die verwezen naar de niet-Maleise bewoners van Borneo.
Er zijn meer dan 50 etnische Dayak-groepen die verschillende talen spreken. Deze culturele en linguïstische diversiteit komt overeen met de grote biodiversiteit en de daarmee samenhangende traditionele kennis van het Hart van Borneo.
Diverse Dayak-talen
Vele van Borneo’s talen zijn endemisch. Naar schatting worden op Borneo zo’n 170 talen en dialecten gesproken, sommige door slechts een paar honderd mensen, wat een ernstig risico vormt voor de toekomst van deze talen en het bijbehorende erfgoed.
Culturele traditie en kunst
De cultuur en kunst van Borneo worden weerspiegeld en uitgedrukt door middel van gebruiken, dans en muziek, eten en drinken, en zelfs tatoeage.
Tatoeages
Traditionele tatoeage is gebruikelijk bij mannen en vrouwen in verschillende groepen Dayakvolkeren. Zij gebruiken motieven van slangen, vogels en planten, soms gecombineerd, om betekenissen te symboliseren als dapperheid, geduld en schoonheid. De motieven staan symbool voor de sociale klasse, en voor personen van een bepaalde sociale status die zich met bepaalde motieven mogen laten tatoeëren.
Dans
De traditionele Dayak-hoornvogeldans is genoemd naar de vogel met een grote casque, lange naar beneden gebogen snavel en zwart-witte veren. De neushoornvogel is zowel een belangrijke diersoort als een cultureel symbool voor de Dayakvolkeren.
De neushoornvogeldans, de bekendste traditionele Dayak-dans, wordt uitgevoerd in gestileerde bewegingen van de armen om op een vliegende neushoornvogel te lijken. Zowel mannen als vrouwen dragen een versierde hoofdtooi, vrouwelijke dansers houden aan hun handen gebonden neushoornvogelveren vast die opengaan wanneer de handen bewegen, terwijl mannelijke dansers een schild en een ritueel mes vasthouden. De dans wordt gewoonlijk begeleid door sape-muziek.
Oorspronkelijk werden de dansen uitgevoerd als onderdeel van een post-oorlogsritueel, om terugkerende krijgers te begroeten die de vijand hadden bevochten of terugkwamen van succesvolle koppensnellen-expedities. Tegenwoordig wordt er vaak gedanst tijdens de rijstoogst, Nieuwjaar en andere vieringen, of om belangrijke bezoekers van de gemeenschap te begroeten.
Muziek
De sape’, (ook bekend als sampe of sapeh), is een traditionele luit die door veel Dayak gemeenschappen in het Hart van Borneo wordt bespeeld tijdens vieringen, zoals oogstfeesten (gawai) en rituelen. Eén snaar draagt de melodie en de twee begeleidende snaren worden ritmisch aangeslagen om een drone te produceren.
Gemeenschapsleven
Sommige Dayak woonden vroeger meestal in enorme gemeenschappelijke bouwwerken die bekend staan als longhouses. Deze kunnen tot 12 meter hoog zijn en meer dan 100 families onder één dak huisvesten, waardoor ze in tijden van oorlog veilig zijn voor aanvallen. Binnenin leefden de families in afzonderlijke appartementen, gerangschikt langs een centrale gang, die dienst deed als gemeenschappelijke ruimte.
Terwijl sommige groepen nog steeds in longhouses wonen, zijn veel groepen verhuisd naar individuele huizen – hetzij onder druk van de regering, hetzij omdat de oorlog tussen de stammen is gestopt.
Het beheer van natuurlijke hulpbronnen – traditionele kennis
Eeuwenlang hebben de inheemse Dayak-bevolkingsgroepen in het hart van Borneo de bossen op duurzame wijze beheerd. Hun praktijken, gesteund door gewoonteregelingen en traditionele kennis, hebben bijgedragen tot de instandhouding en het behoud van de rijke en buitengewone biodiversiteit van het Hart van Borneo.
Gemeenschappen die in het binnenland van Borneo leven, vallen nog steeds grotendeels onder het gewoonterecht of de adat, die hun dagelijkse zaken en het beheer van natuurlijke hulpbronnen binnen hun gewoonterechtelijk grondgebied regelen.
Gemeenschappen in het hart van Borneo maken al lang gebruik van zonering als instrument voor landbeheer, waarbij het bosgebied van elk dorp of nederzetting wordt verdeeld in gebieden voor het verzamelen van niet-houtige bosproducten (NTFP’s), jacht, landbouw (rijstvelden en moerassen), tuinen, oude nederzettingen en heilige plaatsen.
Beheer van natuurlijke hulpbronnen – gewoonteregelgeving van de Dayak
Lokale regelgeving specificeert de percentages en middelen voor het verzamelen van bosbestanden waarbij de nadruk ligt op duurzaamheid en het minimaliseren van de belasting van het milieu. Zo wordt bijvoorbeeld de nadruk gelegd op het niet verspillen van dieren of bosproducten door meer te verzamelen dan nodig is of door ze te oogsten op een manier die hun toekomstige voortplanting of groei zou belemmeren.
Alle Dayak-gemeenschappen verbieden het gebruik van chemicaliën en geavanceerde technologie voor het vangen van vis en alleen traditionele hulpmiddelen zoals netten, hengels en visvallen mogen worden gebruikt. Alle gewoonteregelingen bepalen dat bomen aan de bovenloop van rivieren niet mogen worden gekapt en bevelen aan zoutbronnen in het bos en gemeenschappelijke jachtgebieden niet te beschadigen.