Bijbelse Vraag:
Welke beroepen hadden de twaalf discipelen voordat zij volgelingen van Christus werden?
Bijbelantwoord:
De Bijbel beschrijft niet de achtergronden van alle discipelen van Jezus. Het onthult alleen de roepingen van Petrus, Andreas, Jacobus, Johannes, en Mattheus. Drie van de evangeliën vertellen ons dat Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes vissers waren (Mattheüs 4:18-22; Marcus 1:16-20; Lucas 5:1-11). Zij waren partners in een vissersbedrijf. Mattheüs was tollenaar (Mattheüs 10:3). De roepingen van de overigen zijn onbekend. De namen van alle twaalf zijn als volgt:
Nu de namen van de twaalf apostelen zijn deze: De eerste, Simon, die Petrus genoemd wordt, en Andreas, zijn broeder; en Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broeder; Filippus en Bartholomeüs; Thomas en Mattheüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Thaddaüs; Simon, de Zeloot, en Judas Iskariot, degene die Hem verraden heeft. (NASB) Mattheüs 10:2-4
We weten niet wat Judas’ roeping was, maar we weten wel dat hij Jezus heeft verraden (Mattheüs 10:4, 26:25, 27:3; Marcus 14:10; Lucas 22:48; Johannes 6:71, 12:4, 13:2, 18:2, en 18:5). Thomas was degene die aan Jezus twijfelde (Johannes 20:24-28). Het is verbazingwekkend hoe weinig we weten over de meeste van de discipelen.
Conclusie:
De boodschap en de nadruk van de evangeliën ging over Jezus Christus en niet over de apostelen. Daarom weten we heel weinig over hen. Wat nog interessanter is, is dat we heel weinig weten over Jezus’ kindertijd en jeugd. Maar dat was de gewoonte in de tijd van Jezus Christus. In die tijd beoordeelde men het karakter van een man aan de hand van de laatste jaren van zijn leven en hoe hij stierf. Als hij echt een groot man was, konden ze zijn geboorte vastleggen. Dit is precies wat er met Jezus gebeurde. Zijn geboorte, de laatste 3-4 jaar van zijn leven, en zijn dood werden opgetekend. Dat is wat de ouden zouden hebben willen weten.
Suggested Links:
Oproep van de Twaalf