Met de eenvoudigste definitie is primatologie de studie van niet-menselijke primaten. Mensen zullen het echter anders definiëren, afhankelijk van de manier waarop ze met primaten werken. Gezien de diversiteit in het vakgebied is onderzoek van meerdere definities nodig om een volledig beeld te schetsen. Bijvoorbeeld:
Friderun Ankel-Simons, in “Preface to the Second Edition”, Primate Anatomy: An Introduction, 2000:
“Wij mensen worden samen met onze naaste verwanten onder de levende wezens ingedeeld. Lemuren, lori’s, galago’s en tarsiers worden tot de halfapen gerekend. Ook de apen van de Nieuwe en de Oude Wereld, de mensapen of gibbons, de mensapen en de mensen worden tot de Primaten gerekend. De biologische wetenschap die de mens samen met zijn verwanten van zoogdieren, de andere primaten, bestudeert, wordt primatologie genoemd. Primatologie bestaat alleen omdat de mens een unieke plaats inneemt binnen de Primaten. Geen mens zou meer aandacht besteden aan deze groep zoogdieren dan aan welke andere groep levende wezens ook, ware het niet dat wij een unieke interesse hebben in het begrijpen van onze eigen biologische aard.”