Texas’ Student Success Initiative, dat sociale promotie van leerlingen verbiedt, legt de nadruk op de STAAR-test om te bepalen of een leerling overgaat naar het volgende niveau in groep 5 (een leerling van groep 5 moet slagen voor de STAAR-toetsen wiskunde en lezen om te worden bevorderd naar groep 6) en groep 8 (een leerling van groep 8 moet slagen voor de STAAR-toetsen wiskunde en lezen om te worden bevorderd naar groep 9). Voor alle andere rangen moeten districten een beleid inzake bevordering van leerlingen vaststellen. Dit beleid moet het volgende omvatten: rekening houden met de score van de leerling op de staatsbeoordeling, voor zover van toepassing; de aanbeveling van de leraar van de leerling; het cijfer van de leerling in elk vak/cursus; en alle andere noodzakelijke informatie die door het district wordt bepaald.
Telkens wanneer een leerling niet slaagt voor een staatsbeoordeling, moet het schooldistrict de leerling versnelde instructie geven, waarvoor deelname voor of na de normale schooluren en deelname buiten het normale schooljaar vereist kan zijn. De maximale klasgrootte voor versnelde lessen in groep 5 en 8 is 10 leerlingen per docent. Een leerling in klas 5 of 8 die er niet in slaagt de vereiste versnelde instructie te voltooien, kan niet worden bevorderd.
Een leerling in klas 5 of 8 die niet slaagt voor de staatstoets, maar wel wordt bevorderd, moet in alle vakken van het basiscurriculum worden toegewezen aan leraren die voldoen aan alle staats- en federale kwalificaties om die vakken en rangen te onderwijzen.
De eerste keer dat een leerling in klas 5 of 8 niet slaagt voor de STAAR, moet hij/zij ten minste twee keer de kans krijgen om een nieuwe test af te leggen. Bij de derde poging kan het district een alternatieve beoordeling uitvoeren die door de commissaris is goedgekeurd, en de leerling kan worden bevorderd als hij/zij op de alternatieve beoordeling op klasniveau presteert.
Nadat een leerling een tweede keer niet slaagt voor de STAAR, moet een rangplaatsingscommissie worden opgericht om het versnelde instructieprogramma voor te schrijven dat de leerling moet ontvangen. De GPC bestaat uit de directeur of een door hem aangewezen persoon, de ouder of voogd van de leerling, en de leraar van het onderwerp van de gezakte STAAR-test. In het geval van een leerling in het speciaal onderwijs is de GPC de commissie voor toelating, toetsing en ontslag. Als de leerling voor de derde keer niet slaagt voor de STAAR-test, moet hij/zij worden gehandhaafd, tenzij de GPC unaniem vaststelt dat de leerling, indien hij/zij wordt bevorderd en versnelde instructie krijgt, waarschijnlijk op het niveau van de klas zal presteren. In dat geval moet de leerling, ook na bevordering, versnelde instructie krijgen.