Voordelen van sociaal gedrag
Sociaal gedrag lijkt veel voordelen op te leveren voor degenen die het beoefenen. Studies hebben aangetoond dat veel dieren succesvoller zijn in het vinden van voedsel als ze in een groep zoeken. Dit geldt vooral als voedselbronnen alleen op bepaalde plaatsen samenklonteren. Als meer individuen samenwerken bij het zoeken, is de kans groter dat een van hen het samengeklonterde voedsel vindt. In sommige gevallen maakt het foerageren in een groep het gemakkelijker om een prooi te vangen. Van dolfijnen is bekend dat zij een school vissen omsingelen en om de beurt naar het midden duiken om de vissen op te eten die in het midden gevangen zitten. Veel carnivoren vormen een groep wanneer zij een grote prooi proberen te vangen. Bijvoorbeeld wolven
jagen samen als ze op elanden jagen, en leeuwen jagen samen als ze op grote prooien zoals gnoes jagen. Wanneer deze dieren op veel kleinere prooien jagen, zullen ze vaak alleen jagen.
Veel dieren leven in sociale groepen, deels ter bescherming. Hoewel één baviaan misschien niet in staat is een luipaard af te weren, is een troep bavianen daar vaak wel toe in staat. Bovendien, met meer individuen die samenwerken, kunnen sommigen dienen als schildwachten op zoek naar gevaar terwijl de andere groepsleden eten of slapen. Prairiehonden en grote zwermen kraaien hebben gewoonlijk enkele individuen die als wachtpost fungeren, waardoor het bijna onmogelijk is een prairiehondenstad of een zwerm kraaien te besluipen.
Vele prooisoorten, zoals scholen vissen en zwermen kustvogels, reizen in groepen waarin hun bewegingen zeer gecoördineerd zijn. De hele groep beweegt snel, dart de ene kant op en dan de andere als een hele groep, alsof ze allemaal op een of andere manier fysiek met elkaar verbonden zijn. Men denkt dat dit gedrag verwarring schept bij het roofdier. Roofdieren moeten in het algemeen één enkel individu in de groep uitkiezen waarop zij zich zullen concentreren en dat zij zullen proberen te vangen. Er wordt aangenomen dat een snel bewegende en draaiende school vissen, een zwerm vogels of een kudde antilopen het voor het roofdier erg moeilijk maakt om zich op één enkel individu te blijven concentreren. Indien echter één individu niet in staat is de groep bij te houden, zal het roofdier in staat zijn zich op het individu te concentreren en er meestal in slagen het te vangen.
Sommige dieren vormen sociale groepen om het reizen te vergemakkelijken. Canadese ganzen en andere vogelsoorten vliegen meestal in een V-formatie. Net als fietsers die achter elkaar rijden om de windweerstand te verminderen, vliegen de ganzen in formatie om de wind die ze moeten tegenkomen te verminderen. In deze situatie heeft de leidende vogel de meest vermoeiende taak, en daarom leiden verschillende vogels gewoonlijk om de beurt de V. Sommige dieren komen bij koud weer dicht bij elkaar in een poging om warm te blijven. Van kleine vogels is soms bekend dat ze zo dicht op elkaar kruipen dat ze één grote bal van vogels vormen.