Victimologie, tak van de criminologie die de relatie tussen een benadeelde partij en een dader wetenschappelijk bestudeert door de oorzaken en de aard van het daaruit voortvloeiende leed te onderzoeken. Meer bepaald richt de victimologie zich op de vraag of de daders vreemden, kennissen, vrienden, familieleden of zelfs intimi waren en waarom een bepaalde persoon of plaats het doelwit was. Criminele victimisatie kan economische kosten, lichamelijk letsel en psychologische schade veroorzaken.

Victimologie kwam voor het eerst op in de jaren ’40 en ’50, toen verschillende criminologen (met name Hans von Hentig, Benjamin Mendelsohn, en Henri Ellenberger) slachtoffer-dader interacties onderzochten en de nadruk legden op wederzijdse invloeden en rolomkeringen. Deze pioniers opperden de mogelijkheid dat bepaalde individuen die verwondingen en verliezen hadden geleden, een zekere mate van verantwoordelijkheid deelden met de wetsovertreders voor hun eigen tegenslagen. Zo maakte de onvoorzichtigheid van sommige automobilisten het werk van dieven gemakkelijker; roekeloos gedrag van dronken klanten in een bar trok vaak de aandacht van overvallers; en provocatie door sommige vechtersbazen deed confrontaties zo escaleren dat de aanstichter gewond raakte of zelfs gedood werd. Meer omstreden was dat vrouwen soms enige verantwoordelijkheid droegen voor misverstanden die uitmondden in seksuele aanrandingen. Door systematisch de daden van slachtoffers te onderzoeken, zouden kostbare fouten kunnen worden opgespoord en strategieën voor risicobeperking kunnen worden ontwikkeld. Bovendien pleitten degenen die de schuld van benadeelden voor hun slachtofferschap benadrukken, zoals advocaten van de verdediging, voor het verzachten van de straf van daders.

Hoewel het veld zich oorspronkelijk concentreerde op de verschillende gradaties van slachtofferschap, werd deze preoccupatie tegen de jaren 1970 overschaduwd door studies bedoeld om slachtofferschap te voorkomen, om de manier waarop aanklagers worden behandeld door politie en rechtbanken te verbeteren, en om herstel te bespoedigen. Slachtofferkunde wordt verrijkt door andere studiegebieden, met name psychologie, maatschappelijk werk, sociologie, economie, recht en politieke wetenschappen. Terwijl advocaten, strafrechtambtenaren, raadslieden, therapeuten en medische beroepsbeoefenaars de eigenlijke diensten verlenen, bestuderen victimologen de soorten hulp die benadeelden nodig hebben en de doeltreffendheid van de inspanningen die bedoeld zijn om hen weer “heel” te maken, zowel financieel als emotioneel. Slachtoffers van moord, verkrachting, echtelijke mishandeling, mishandeling van ouderen, kindermishandeling en ontvoering hebben de meeste onderzoeksaandacht gekregen, maar hele categorieën slachtoffers die vroeger over het hoofd werden gezien, zijn herontdekt (b.v. mensen met handicaps die hen ongewoon kwetsbaar maken en doelwitten van geweld op de werkplek, haatmisdrijven en terroristische aanslagen). Andere groepen zijn ontdekt en beschermd, zoals personen die het slachtoffer zijn geworden van identiteitsdiefstal.

Een van de zwaartepunten van de victimologie was het vaststellen en meten van de frequentie (zowel de jaarlijkse incidentie als de prevalentie over het hele leven) van verschillende soorten slachtofferschap, zoals stalking, verkrachting tijdens afspraakjes en carjacking. Een deel van het onderzoek heeft zich toegespitst op de daarmee samenhangende uitdaging te verklaren waarom de risico’s van gewelddadig slachtofferschap zo sterk verschillen van groep tot groep, vooral naar gelang van leeftijd, geslacht, sociale klasse, ras, etniciteit en woonplaats (meestal als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke personen door routineactiviteiten en levensstijlkeuzes). Een ander aandachtspunt voor victimologen is de manier waarop het rechtssysteem (bv. rechercheurs in gespecialiseerde teams, programma’s voor bijstand aan slachtoffers van misdrijven die worden beheerd door de parketten, en door de staat beheerde financiële compensatieprogramma’s) omgaat met slachtoffers in hun hoedanigheid van getuigen voor de overheid. Slachtofferanalogen hebben gedocumenteerd hoe de belangen en behoeften van benadeelde partijen in het verleden routinematig over het hoofd zijn gezien, maar nu aan bod komen omdat de beweging voor de rechten van slachtoffers concessies heeft gewonnen die slachtoffers meer macht geven binnen het rechtssysteem.

Krijg een Britannica Premium-abonnement en krijg toegang tot exclusieve inhoud. Abonneer u nu

Victimologen hebben de talrijke projecten geëvalueerd die sinds het begin van de jaren zeventig zijn opgezet door belangenbehartigers en zelfhulpgroepen (bijvoorbeeld opvanghuizen voor mishandelde vrouwen en crisiscentra voor verkrachting) en de wetgeving die slachtoffers in staat heeft gesteld meer inspraak te krijgen in het besluitvormingsproces dat hun zaken afhandelt (bijvoorbeeld over zaken als veroordeling en voorwaardelijke vrijlating). Het vakgebied onderzoekt ook de sociale reactie op de benarde situatie van slachtoffers door de media, door bedrijven die beschermende producten en diensten op de markt brengen, en door politieke groeperingen die aandringen op hervormingen en wetgeving die ogenschijnlijk “pro-slachtoffer” zijn. Daarnaast bestuderen victimologen de neiging tot burgerwacht als vergelding voor onrecht uit het verleden, maar ook de tegenovergestelde neiging – namelijk de bereidheid om restitutie te accepteren als voorwaarde voor wederzijdse verzoening – die de basis vormt van het alternatieve paradigma van herstelrecht. Herstelrecht berust op bemiddeling, onderhandeling, dialoog en compromis om binnen een gemeenschap een consensus tot stand te brengen dat de overtreder verantwoordelijkheid moet aanvaarden voor ondernomen acties en oprechte inspanningen moet doen om benadeelde partijen bij te staan en eventuele schade aan harmonieuze relaties te herstellen.

Victimologen verzamelen vaak hun eigen gegevens, maar zij analyseren ook de gedetailleerde informatie die wordt verstrekt door overheidsinstellingen die officiële misdaadstatistieken verzamelen op basis van hetzij incidenten die worden gerapporteerd aan politieafdelingen (zoals de jaarlijkse Uniform Crime Reports van het Federal Bureau of Investigation), hetzij incidenten die aan enquêteurs worden meegedeeld door respondenten die deel uitmaken van een grote representatieve steekproef van een dwarsdoorsnede van het publiek (zoals de National Crime Victimization Survey van het Bureau of Justice Statistics).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.