Natuurverschijnselen | 18.12.2017
In slaap vallen in een badkuip blijkt voor mensen een heel slecht idee. Simpelweg omdat we onder water niet kunnen ademen. Maar hoe zit het met walvissen en andere zeezoogdieren – waarom verdrinken zij niet?
Het moet een ietwat surrealistisch gezicht zijn. Stel je voor dat je duiker bent en een groep potvissen tegenkomt, niet zwemmend maar rechtop en roerloos drijvend in de open zee. Als je ooit zo’n tafereel ziet, gefeliciteerd, je hebt slapende walvisachtigen gevonden. Het komt zelden voor, maar af en toe worden foto’s van dergelijke ontdekkingen gepubliceerd (zie boven).
Er zijn zelfs onderzoekers die zich met dit onderwerp bezighouden bij verschillende soorten zeezoogdieren – zowel in het wild als in gevangenschap. De resultaten van beide benaderingen geven een indruk van hoe slaap werkt in de wereld van een walvis.
Terug in 2008 stuitte een team wetenschappers uit Schotland en Japan letterlijk op een groep potvissen die verticaal dicht bij het wateroppervlak dreven. De zoogdieren waren zo ondergedompeld in een toestand die “driftduiken” wordt genoemd, dat ze niet eens reageerden op de aanwezigheid van de passerende boot. Door de walvissen te observeren, ontdekten de onderzoekers aan boord dat ze slechts zeven procent van hun dag doorbrengen met dutten, voor uitbarstingen van ongeveer 10 tot 15 minuten per keer.
Half wakker maar slapend
Zulke bescheiden sluimering maakt potvissen tot de minst slaapbehoeftige soort op de planeet, waarmee ze giraffen onttronen die zo’n acht procent van hun dag in sluimer doorbrengen. Mensen zouden waarschijnlijk niet in staat zijn om zo te leven. Als we slapen, doen we dat meerdere uren achter elkaar. De reden daarvoor is dat wij onwillekeurig ademhalen, wat betekent dat wij kunnen rekenen op ons vermogen om automatisch adem te halen.
Walvissen, daarentegen, moeten nadenken over elke ademhaling die zij nemen. Wetenschappers geloven dat ze slapen met één oog open en de helft van hun hersenen wakker, niet alleen om hun ademhaling te controleren, maar ook om ervoor te zorgen dat ze roofdieren kunnen ontwijken, sociale contacten kunnen onderhouden of kunnen blijven zwemmen. Het fenomeen wordt unihemisferische slow-wave slaap genoemd en is ook waargenomen bij walvissen die in gevangenschap leven.
Verschillende soorten, verschillende soorten slaap
Het vermogen van verschillende soorten walvisachtigen om hun adem in te houden varieert van een paar minuten tot meer dan een uur. Hun slaapgewoonten zijn ook niet standaard.
Bij bultruggen bijvoorbeeld is gevonden dat ze ongeveer 30 minuten roerloos op het wateroppervlak rusten. Ze kunnen dat echter niet lang volhouden, omdat ze te veel lichaamstemperatuur verliezen als ze inactief zijn. Dolfijnen daarentegen slapen ’s nachts wel een paar uur aan een stuk. Elektro-encefalogram (EEG) metingen bij tuimelaardolfijnen hebben aangetoond dat de zoogdieren gemiddeld 33,4 procent van hun dag slapend doorbrengen.
Op dezelfde manier een enorme bultrug of een potvis onderzoeken is een onwaarschijnlijk scenario. Het zou betekenen dat er een EEG opstelling moet worden ontwikkeld die groot genoeg is (en een meewerkende walvis) om de elektrische activiteit van de hersenen te registreren. In de tussentijd zal de wetenschap moeten blijven vertrouwen op ontdekkingen om beter te begrijpen hoe walvissen slapen.
Klaus Esterluss