Definitie
naamwoord, meervoud: proteomen
De volledige verzameling eiwitten in een organisme gedurende zijn hele levenscyclus, of op een bepaald moment onder gedefinieerde milieuomstandigheden
Aanvulling
Marc Wilkins, een Australische wetenschapper, bedacht de term proteoom in 1994 tijdens een symposium in Siena, Italië.1 De term is een samenvoeging van de woorden eiwit en genoom. Eiwitten zijn polymeren van aminozuren en worden gesynthetiseerd zoals gespecificeerd in de genetische code. Genoom heeft betrekking op de volledige set genetisch materiaal in een organisme. Het genoom van eukaryoten is vervat in een enkele, haploïde set chromosomen. Het genoom van bacteriën is vervat in één enkel chromosoom, terwijl het genoom van virussen zich in het DNA of RNA bevindt. Proteoom verwijst dus naar de volledige reeks eiwitten zoals uitgedrukt door een genoom in een bepaalde cel of een bepaald organisme tijdens zijn gehele levenscyclus, of op een bepaald tijdstip onder welomschreven milieuomstandigheden. Wilkins gebruikte de term om alle complementen van tot expressie gebrachte eiwitten in een cel, weefsel of organisme te beschrijven. De studie van proteomen wordt proteomics genoemd.
Zie ook:
- DNA
- RNA
- genoom
- moleculaire genetica