In zijn bespreking van Leon Battista Alberti’s gebruik van pilasters, die Alberti opnieuw in de wandarchitectuur introduceerde, schreef Rudolf Wittkower: “De pilaster is de logische transformatie van de zuil voor de versiering van een wand. Hij kan worden gedefinieerd als een afgevlakte zuil die zijn driedimensionale en tactiele waarde heeft verloren.”
Een pilaster verschijnt met kapiteel. en hoofdgestel, ook in “laag-reliëf” of afgevlakt tegen de muur. In het algemeen herhaalt een pilaster vaak alle onderdelen en verhoudingen van een ordekolom; in tegenstelling daarmee is een pilaster echter meestal verstoken van entasis.
Pilasters verschijnen vaak aan de zijkanten van een deuromlijsting of raamopening aan de gevel van een gebouw, en worden soms gekoppeld aan kolommen of pilaren die er direct voor staan op enige afstand van de muur, en die een dakconstructie erboven, zoals een portiek, ondersteunen. Deze verticale elementen kunnen ook worden gebruikt om een inspringende archivolt rond een deuropening te ondersteunen. De pilaster kan worden vervangen door sierconsoles die het hoofdgestel of een balkon boven een deuropening ondersteunen.
Wanneer een pilaster op het hoekpunt van twee muren staat, wordt dit een kanton genoemd.
Zoals bij een zuil kan een pilaster een effen of gecanneleerd oppervlak in het profiel hebben en kan hij in de stijl van talrijke bouwstijlen voorkomen. Tijdens de Renaissance en de Barok gebruikten architecten een reeks pilastervormen. In de reusachtige orde komen pilasters voor als twee verdiepingen hoog, die verdiepingen met elkaar verbinden in een eenheid.
De mode om dit element uit de oude Griekse en Romeinse architectuur te gebruiken werd overgenomen in de Italiaanse Renaissance, verwierf brede populariteit met de Griekse Revival architectuur, en wordt nog steeds gezien in sommige moderne architectuur.
Pilaster wordt ook vaak aangeduid als een niet-ornamenteel, dragend architectonisch element in niet-klassieke architectuur waar een structurele belasting moet worden gedragen door een muur of kolom naast een muur en de muur dikker wordt om aan de structurele eisen van de muur te voldoen.