Verwarm de oven voor op 400 °F.
In een keukenmachine meng je de 2 1/2 kopjes bloem, zout en 1 theelepel suiker en pulseer. Doe er 2 blokjes koude boter bij en voeg langzaam het ijswater toe. Pulseer tot het deeg net samenkomt. Maak het deeg niet te hard, anders wordt het een taaie korst.
Haal het deeg uit de processor. Snijd in twee gelijke delen. Verdeel de deeglappen in plasticfolie en leg ze in de koelkast. Koel gedurende 1 uur. (kan worden ingevroren voor later gebruik)
In een kleine mengkom, combineer kaneel, nootmuskaat, 1 1/4 kopjes suiker en 2 eetlepels bloem, zet opzij. Doe de geschilde en in plakken gesneden appels in een grote kom. Strooi de specerijen en bloemmengsel over de appels. Haal een gekoelde deegschijf uit de koelkast en rol deze op een licht met bloem bestoven oppervlak uit tot een lap die groot genoeg is om de taartvorm te bedekken. Vorm het deeg en snijd het overtollige deeg weg.
Schep het appelmengsel in de taartvorm en voeg de 2 eetlepels boter toe aan de bovenkant van het mengsel. Haal de tweede deegschijf uit de koelkast en rol deze uit tot de bovenkant van de taart met een overstek. Leg het taartdeeg op het appelmengsel en ril de randen om af te sluiten. Maak met een mes vier inkepingen in uw taartbodem. Bestrijk de bovenkant van het deeg licht met eiaanwas. Bestrooi rijkelijk met kaneelsuiker.
Plaats de taart op een bakplaat in de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 50 minuten of tot hij goudbruin en bubbelig is. Laat de taart afkoelen alvorens aan te snijden. Koel de niet opgegeten porties in de koelkast.