De hamer zou zijn gevonden door een plaatselijk echtpaar, Max Hahn en zijn geheime geliefde, tijdens een wandeling langs de loop van de Rode Kreek bij de stad Londen. Zij zagen een merkwaardig stuk los gesteente met een stukje hout erin en namen het mee naar huis. Een decennium later brak hun zoon Max de rots open om de verborgen hamerkop te vinden.
De metalen hamerkop is ongeveer 15 cm lang en heeft een diameter van 25 mm, waardoor sommigen suggereren dat deze hamer niet werd gebruikt voor grote projecten, maar eerder voor fijn werk of zacht metaal. John Thatcher heeft bevestigd dat het metaal van de hamerkop bestaat uit 96,6% ijzer, 2,6% chloor, en 0,74% zwavel. De hamer heeft niet geroest sinds zijn ontdekking in het midden van de jaren 1930 (hoewel op zichzelf niet bijzonder ongewoon, indien/wanneer relatief schoon en droog bewaard.)
De hamer begon bredere aandacht te trekken nadat het was gekocht door creationist Carl Baugh in 1983, die beweerde dat het artefact een “monumentale ‘pre-Flood’ ontdekking was.” Hij heeft het gebruikt als basis voor speculaties over hoe de atmosferische kwaliteit van een aarde voor de zondvloed de groei van reuzen zou kunnen hebben aangemoedigd. De hamer is nu een tentoonstelling in Baugh’s Creation Evidence Museum, dat replica’s ervan verkoopt aan bezoekers.
Andere waarnemers hebben opgemerkt dat de hamer stilistisch overeenkomt met typisch Amerikaans gereedschap dat aan het eind van de 19e eeuw in de regio werd vervaardigd. Het ontwerp komt overeen met dat van een mijnwerkershamer. Een mogelijke verklaring voor het gesteente dat het voorwerp bevat, is dat de zeer oplosbare mineralen in de oude kalksteen een concretie rond het voorwerp kunnen hebben gevormd, via een algemeen proces (zoals dat van een verstenende put) dat vaak in betrekkelijk korte tijd soortgelijke encrustaties rond fossielen en andere kernen vormt. Dit proces kan echter niet verklaren hoe deze hamer in kalksteen is terechtgekomen. Omdat voortrafying putten Tufa en Travertijn gesteenten creëren, geen Kalksteen. Voorwerpen die met het water van deze putten in aanraking komen, krijgen na enkele maanden een steenachtig uiterlijk. Het is een soortgelijk proces als dat waardoor stalactieten en stalagmieten ontstaan, maar het gebeurt veel sneller. Een tweekleppige schelp is ingebed in een deel van de rots die werd afgebroken om de Hamer te onthullen; de precieze leeftijd en soort moeten nog goed worden geanalyseerd, maar het lijkt een relatief moderne soort te zijn.