De Grote Depressie van 1929 deed naties over de hele wereld beseffen dat de grote kloof tussen de economische theorie en de praktijk bij het bepalen van het interne handelsbeleid de belangrijkste oorzaak was van de wereldwijde economische rampspoed. Daarom werd het noodzakelijk geacht de klassieke handelstheorie nieuw leven in te blazen door vast te houden aan het vrijhandelsbeleid.
De Conferentie van Bretton Woods van 1944, waar de oprichting van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank werd aanbevolen, had ook de oprichting van een Internationale Handelsorganisatie (ITO) aanbevolen. Hoewel het IMF en de Wereldbank in 1946 werden opgericht, werd het voorstel voor een ITO niet verwezenlijkt. In plaats daarvan werd in 1948 de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT), een minder ambitieuze instelling, opgericht. Het hoofddoel van de GATT is de internationale handel uit te breiden door de handel te liberaliseren om zo een algemene economische welvaart tot stand te brengen. De GATT werd ondertekend in 1947, trad in werking in 1948 en duurde tot 1994. Zij werd in 1995 vervangen door de Wereldhandelsorganisatie. De oorspronkelijke GATT-tekst (GATT 1947) is nog steeds van kracht in het kader van de WTO. Aldus werd liberalisering geboren.
Economische liberalisering verwijst naar de vermindering of afschaffing van overheidsvoorschriften of beperkingen voor particuliere ondernemingen en handel. Het wordt gewoonlijk gepropageerd door voorstanders van vrije markten en vrije handel, wier ideologie ook wel economisch liberalisme wordt genoemd. Economische liberalisering gaat ook vaak gepaard met verlaging van belastingen, sociale zekerheid en werkloosheidsuitkeringen.
Economische liberalisering wordt vaak geassocieerd met privatisering, dat is het proces van overdracht van eigendom of outsourcing van een bedrijf, onderneming, agentschap, openbare dienst of overheidsbezit van de openbare sector naar de particuliere sector. De Europese Unie heeft bijvoorbeeld de gas- en elektriciteitsmarkten geliberaliseerd door een concurrerend systeem in te voeren. Sommige toonaangevende Europese energiebedrijven, zoals het Franse EDF en het Zweedse Vattenfall, blijven geheel of gedeeltelijk in handen van de overheid. Geliberaliseerde en geprivatiseerde overheidsdiensten kunnen worden gedomineerd door grote bedrijven, met name in sectoren met hoge kapitaal-, water-, gas- of elektriciteitskosten. In sommige gevallen kunnen zij wettelijke monopolies blijven, althans voor sommige marktsegmenten zoals consumenten. Liberalisering, privatisering en stabilisering zijn de drie-eenheidstrategie van de Washington-consensus voor economieën in overgang.
Er bestaat ook een concept van hybride liberalisering. In Ghana bijvoorbeeld kunnen cacaogewassen worden verkocht aan concurrerende particuliere bedrijven, maar er is een minimumprijs waarvoor het kan worden verkocht en alle export wordt gecontroleerd door de staat.De term liberalisering vindt zijn oorsprong in de politieke ideologie liberalisme, die vorm kreeg aan het begin van de 19e eeuw.