De uitdrukking “zo rijk als Croesus” komt van de legendarische rijkdom van de koning die van 560 tot 546 v. Chr. regeerde over Lydië in West-Azië. Goud uit de mijnen en uit het zand van de rivier de Pactolus vulden zijn schatkisten tot over de rand. De Lydiërs in de tijd van koning Croesus, zo gelooft men, waren de eersten die munten sloegen als geld.
De roem van het schitterende hof van Croesus te Sardis trok vele bezoekers aan. Een van hen was, volgens een legende, Solon, de wetgever van de Grieken. De koning toonde trots zijn schatten en vroeg Solon wie de gelukkigste man was die hij ooit had ontmoet. Solon noemde twee of drie obscure mannen die gelukkig hadden geleefd en gestorven waren. Croesus was verbaasd en boos en zei: “Man van Athene, beschouwt gij mijn geluk als niets?” “In waarheid,” antwoordde Solon, “ik acht niemand gelukkig tot aan zijn dood, want geen mens kan weten wat de goden voor hem in petto hebben.”
Er lag inderdaad groot ongeluk in het verschiet voor Croesus. Cyrus de Grote van Perzië, die zijn uitgestrekte domeinen uitbreidde, bedreigde weldra het koninkrijk van Lydië. Croesus raadpleegde het orakel van Delphi in Griekenland. Het orakel antwoordde: “Als Croesus ten strijde trekt zal hij een groot rijk vernietigen.” Croesus trok er dus op uit om het leger van Cyrus tegemoet te treden en werd volkomen verslagen, hij vernietigde zijn eigen grote rijk.
Het oude verhaal vertelt verder dat Cyrus beval Croesus levend te verbranden. Toen Croesus de vlammen omhoog zag kruipen om hem te verteren, herinnerde hij zich de woorden van de wijze Solon en riep uit: “O Solon! Solon! Solon!” Vermoedelijk was Cyrus zo ontroerd door het verhaal van hoe Solon de trotse koning had gewaarschuwd, dat hij beval Croesus vrij te laten. Cyrus vroeg aan Croesus waarom hij Solon’s naam had geroepen, waarop Croesus hem een andere vraag stelde “wat uw soldaten nu aan het doen zijn?”, waarbij hij liet zien dat de Perzische soldaten alle schatten meenamen en alles vernielden; Cyrus antwoordde “Ze zijn uw stad aan het plunderen”; waarop Croesus zei “Ze plunderen mijn stad niet, het is nu uw stad en uw soldaten zijn uw stad aan het verwoesten”. Na dat korte gesprek stopte Cyrus de Grote zijn soldaten.
Heden ten dage ligt Sardis (bekend als Sart nabij Salihli) in het Egeïsch gebied en er kunnen rondleidingen geregeld worden vanaf Izmir.