Achtergrond: Effecten van koffie op het gastro-intestinale systeem zijn gesuggereerd door patiënten en de lekenpers, terwijl artsen de neiging hebben om de consumptie ervan bij sommige ziekten af te raden.
Methoden: De literatuur over de effecten van koffie en cafeïne op het maagdarmstelsel wordt beoordeeld met de nadruk op de maagdarmfunctie.
Resultaten: Hoewel koffie vaak wordt genoemd als oorzaak van dyspeptische symptomen, wordt er geen verband gevonden tussen koffie en dyspepsie. Brandend maagzuur is het meest frequent gerapporteerde symptoom na koffiedrinken. Het is aangetoond dat koffie gastro-oesofageale reflux bevordert. Koffie stimuleert de afgifte van gastrine en de maagzuursecretie, maar studies naar het effect op de druk van de onderste slokdarmsfincter leveren tegenstrijdige resultaten op. Koffie verlengt ook de adaptieve relaxatie van de proximale maag, wat suggereert dat het de maaglediging zou kunnen vertragen. Andere studies wijzen echter uit dat koffie geen invloed heeft op de maaglediging of de dunne-darmtransit. Koffie induceert het vrijkomen van cholecystokinine en het samentrekken van de galblaas, wat kan verklaren waarom patiënten met symptomatische galstenen het drinken van koffie vaak vermijden. Bij sommige mensen verhoogt koffie de motorische activiteit van het rectosigmoïd binnen 4 minuten na inname. Het effect op de dikke darm blijkt vergelijkbaar te zijn met dat van een maaltijd van 1000 kCal. Aangezien koffie geen calorieën bevat en de effecten op het maagdarmkanaal niet kunnen worden toegeschreven aan de volumebelasting, zuurgraad of osmolaliteit, moet de koffie farmacologische effecten hebben. Cafeïne kan niet alleen verantwoordelijk zijn voor deze gastro-intestinale effecten.
Conclusies: Koffie bevordert gastro-oesofageale reflux, maar is niet geassocieerd met dyspepsie. Koffie stimuleert de samentrekking van de galblaas en de motorische activiteit van de dikke darm.