Het concept van de studie van taal in synchronie, dat tegenover diachrone taalstudies staat, werd in het begin van de twintigste eeuw door Saussure geïntroduceerd. Het heeft tot doel een taal in een bepaalde periode te bestuderen alsof de taal zich niet ontwikkelt.

In feite stelt deze benadering voor om alle regels die op een bepaald moment de onderwerpstaal beheersen, duidelijk en systematisch op te stellen. Hoewel deze methode, gezien het voortdurende veranderingsproces van de taal, op de een of andere manier een kunstmatig karakter heeft, leidt zij er toch in belangrijke mate toe dat de taal wordt beschouwd als een complex systeem waarin alles met elkaar verbonden is, zodat de taalkundige evolutie beter kan worden begrepen. Met andere woorden, volgens de encyclopedie Universalis (2015) maken taalkundigen sinds de tijd van Saussure onderscheid tussen de diachrone en de synchrone benadering. Diachronisch is dus de benadering van analyse en onderzoek van een bepaalde taal in haar hele geschiedenis, terwijl de synchrone benadering daarentegen slechts één enkel aspect van de onderzochte taal in aanmerking neemt. Dat wil zeggen, als onderzoekers bijvoorbeeld de evolutie van de woordvolgorde in een zin bestuderen van oud Frans naar modern Frans, dan hanteren zij een diachronisch perspectief. Als zij daarentegen de woordvolgorde in een zin bestuderen zoals die zich alleen manifesteert in het moderne Frans of in het oude Frans afzonderlijk en zonder rekening te houden met de linguïstische evolutie doorheen het historische proces, dan hanteren zij een synchroon perspectief.

Saussure legde zowel de methodologische als de theoretische noodzaak bloot om de twee bovengenoemde perspectieven van elkaar te onderscheiden. Bovendien rechtvaardigde hij de autonomie van de synchrone benadering van taal boven de diachrone benadering (ibid). Ramat en Mauri (2013) noemen dienovereenkomstig Saussure’s taalkundige meesterwerk Cours de Linguistiques Générales (CLG) waarin zij stellen dat Saussure vooral de autonomie van het synchronische perspectief en de centraliteit van dit perspectief voor de spreker wilde benadrukken. Een dergelijke bewering blijkt volgens hen duidelijk uit Saussures definitie op het gebied van de synchrone en diachrone taalkunde:

La linguistique synchronique s’occupera des rapports logiques et psychologiques reliant des termes coexistants et formant système, tel qu’ils sont aperçus par la même conscience collective. La linguistique diachronique étudiera au contraire les rapports reliant des termes successifs non aperçus par une même conscience collective, et qui se substituent les uns aux autres sans former système entre eux. (CLG:140)

Geschreven door Yacine Chemssi

Studiebezoeker terminologie bij TermCoord

Student aan de universiteit van Luxemburg

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.