Stress van welke aard dan ook kan een rol spelen bij haaruitval. Ziekte, waaronder depressie, kan zijn tol eisen op de manier waarop we eruit zien en ons voelen.
Ons haar maakt normaal gesproken een “rustfase” door. Dit gebeurt ongeveer elke drie jaar en duurt ongeveer drie maanden voordat ons haar weer begint te groeien. Tijdens deze rustfase vallen er meer haren uit dan normaal en ziet ons haar er dunner uit. Dit proces wordt “telogeen effluvium” genoemd. Het kan sneller op gang komen door stress, doordat het eerder begint en langer duurt in de natuurlijke cyclus van haargroei en -rust.
Deze factoren kunnen ook leiden tot dunner wordend haar:
- Het kan erfelijk zijn
- Zekere medicijnen, waaronder veel antidepressiva.
- Hormoonveranderingen na een bevalling of trauma zoals operaties (meestal ongeveer 6 maanden erna)
- Scalp problemen zoals psoriasis of seborrheic dermatitis
- Physieke stress op de haarwortels, zoals het vlechten van haar of het achterover trekken in een paardenstaart
- Zekere medische aandoeningen, zoals schildklierproblemen
Als uw haar dunner wordt na een klinische depressie, vraag uw arts dan of een van uw medicijnen de oorzaak zou kunnen zijn. Uw arts moet u een algemene controle geven en uw hoofdhuid onderzoeken op aandoeningen die behandeld moeten worden. Het is ook belangrijk om goed voor uw lichaam te zorgen. Doe aan lichaamsbeweging om stress te verminderen, eet evenwichtig en neem voldoende rust.
Mioxidil (Rogaine) helpt bij sommige mensen. Het is een vrij verkrijgbaar medicijn dat je op je hoofdhuid aanbrengt. Maar de resultaten zijn gemengd. Voor mannen kan oraal gebruik van finasteride (Propecia) helpen. De farmaceutische gemeenschap werkt op dit moment aan effectievere haargroeiproducten.
Er bestaat geen “wondermiddel” om de haargroei op gang te brengen. Maar een goede verzorging van uw lichaam en een gezonde en hoopvolle houding kunnen wel helpen.