Austen gebruikte ook namen uit de Wentworth stamboom tijdens het schrijven van Pride and Prejudice. Haar held Mr. Darcy, de neef van een graaf, draagt de namen van twee rijke en machtige takken van de Wentworth familie: Fitzwilliam (als in de graven Fitzwilliam van Wentworth Woodhouse, in Yorkshire) en D’Arcy.
Professor Janine Barchas van de Universiteit van Texas in Austin en auteur van Matters of Fact in Jane Austen heeft ook opgemerkt dat Austen nog een andere Wentworth familienaam gebruikte in de roman Emma: “In de 13e eeuw trouwde ene Robert Wentworth met een rijke erfgename met de naam Emma Wodehouse.”
Austen nam haar schrijven zeer serieus
Austen begon verhalen, toneelstukken en poëzie te schrijven toen ze 12 jaar oud was. Het merendeel van haar “Juvenilia,” zoals het materiaal dat ze in haar jeugd schreef genoemd wordt, was in de komische trant. Ze schreef een parodie op schoolboeken, “De geschiedenis van Engeland…door een gedeeltelijke, bevooroordeelde en onwetende historicus,” toen ze 16 jaar oud was. Ze schreef ook parodieën op de romantische romans van “sensibility” die in haar tijd populair waren. Austens familieleden lazen voor en voerden toneelstukken op voor elkaar, en ze leerde over schrijven door deze activiteiten en de opmerkingen die haar familie maakte over haar eigen inspanningen. Op 23-jarige leeftijd had Austen de eerste schetsen geschreven van de romans die later Sense and Sensibility, Pride and Prejudice en Northanger Abbey zouden worden.
Uit de brieven die ze aan haar zus Cassandra en andere familieleden schreef, blijkt dat Austen trots was op haar schrijverschap. Ze besprak graag haar nieuwste werk, deelde nieuws over de voortgang van een roman bij de drukker en gaf andere aspirant-schrijvers in de familie advies over het schrijversvak. Ze hield ook nauwkeurig bij wat familieleden en vrienden over Mansfield Park en Emma zeiden en noemde Pride and Prejudice haar “eigen lievelingskind”. Austen bleef haar hele volwassen leven schrijven tot vlak voor haar dood in juli 1817.
Austen’s leven beperkte zich niet tot een beschut plattelandsbestaan
Op het eerste gezicht lijkt haar leven rustig en afgezonderd te zijn geweest; ze werd geboren in een klein plattelandsdorpje en woonde daar 25 jaar lang. Haar neef James Edward Austen-Leigh publiceerde in 1869 A Memoir of Jane Austen, dat het beeld versterkte dat zij een ingetogen, rustige meisjestante was in de beste Victoriaanse traditie. Ze leidde echter een zeer actief leven met vele reizen en sociale contacten. Via haar familie en vrienden leerde ze veel over de wereld om haar heen.
Austen verbleef vaak bij haar broer Henry in Londen, waar ze regelmatig toneelstukken en kunsttentoonstellingen bijwoonde. Haar broer Edward werd geadopteerd door rijke neven en erfde uiteindelijk hun landgoederen in Kent (Godmersham) en Hampshire (Chawton) en nam hun naam aan (Knight). Over een periode van 15 jaar bezocht Austen Edwards landgoed Godmersham maanden achtereen, mengde zich onder zijn mondaine en rijke vrienden en genoot van het bevoorrechte leven van de landadel. Deze ervaringen zijn terug te vinden in al haar fictie.
Austen was zich ook terdege bewust van de verschrikkingen van de Franse Revolutie en het effect van de Napoleontische oorlogen op de bevolking en de economie van Groot-Brittannië. De echtgenoot van haar nicht werd tijdens de Franse Revolutie geguillotineerd, en haar broers Francis (Frank) en Charles waren officieren bij de Royal Navy en dienden tijdens het conflict op schepen over de hele wereld. Sir Francis William Austen (een jaar ouder dan Austen) klom door in de rangen en werd uiteindelijk geridderd. Hij werd in 1860 bevorderd tot admiraal van de vloot. Vice-admiraal Charles John Austen (vier jaar jonger dan Austen) had zijn eigen commando en deed rond 1810 dienst in Noord-Amerika. Uit correspondentie en regelmatige bezoeken aan deze twee broers en hun gezinnen leerde ze veel over de marine, wat ze verwerkte in Mansfield Park en Persuasion.
Mannen lezen Austen ook
Terwijl Austens romans soms worden gezien als “chick-lit” romances, spreken haar geloofwaardige karakters, realistische plots, morele thema’s, komedie en droge humor lezers van elk geslacht al lange tijd aan.
De Britse premier Harold Macmillan gaf toe Austens romans te hebben gelezen, en Winston Churchill schreef haar toe aan zijn hulp bij het winnen van de Tweede Wereldoorlog. Rudyard Kipling las Austen elke avond hardop voor aan zijn vrouw en dochter in een poging hen op te beuren nadat zijn zoon, die in de Eerste Wereldoorlog vocht, als vermist was opgegeven en dood werd gewaand. Zelfs na de oorlog keerde Kipling terug naar Austen met “The Janeites”, een kort verhaal over een groep Britse artilleriesoldaten in de Eerste Wereldoorlog die een band kregen door hun gedeelde waardering voor de romans van Austen. En een van haar mannelijke tijdgenoten, Sir Walter Scott, prees haar werk in zijn dagboek: “Ik heb ook weer gelezen, en wel voor de derde keer, de zeer fijn geschreven roman Pride and Prejudice van Miss Austen. Die jongedame had een talent voor het beschrijven van de verwikkelingen, gevoelens en karakters van het gewone leven, dat voor mij het wonderbaarlijkste is dat ik ooit ben tegengekomen.”
Over The Jane Austen Society of North America:
De Jane Austen Society of North America (JASNA) is een non-profitorganisatie die zich inzet voor de bevordering van de studie, de waardering en het begrip van Austens werken, leven en genie.