Antilichaam-afhankelijke cellulaire cytotoxiciteit (ADCC), ook wel antilichaam-afhankelijke cel-gemedieerde cytotoxiciteit genoemd, is een immuunmechanisme waarmee effectorcellen met een Fc-receptor gecoate doelcellen die tumor- of pathogeen-afgeleide antigenen op hun oppervlak tot expressie brengen, kunnen herkennen en doden. Talrijke associaties tussen ADCC activiteit, Fc receptor polymorfismen, en klinische resultaten zijn waargenomen in zowel de setting van vaccinatie als monoklonale antilichaam therapie. Hier worden de effectorcellen en receptoren die betrokken zijn bij ADCC geïntroduceerd, gevolgd door een beschrijving van de vier belangrijkste stadia en mechanismen die leiden tot het antilichaam-afhankelijke effectorgemedieerde doden van de doelcel: (1) herkenning van de doelcel en verknoping van de Fc-receptor op het oppervlak van de effectorcel; (2) fosforylering van op immunoreceptor tyrosine gebaseerde activeringsmotieven (ITAM’s) door cellulaire src-kinasen in de effectorcel; (3) inwerkingstelling van drie belangrijke stroomafwaartse signaalwegen in de effectorcel, resulterend in polarisatie en vrijkomen van cytotoxische granula; en (4) doding van de doelcel via de overheersende perforine/granzymatische celdoodweg. Voorts worden een samenvatting en een discussie gepresenteerd met betrekking tot casestudies waarin in vitro ADCC-activiteit correleert met bescherming tegen infectieziekten en met resultaten bij de behandeling van kanker in vivo met monoklonale antilichamen. De wijze waarop deze mechanismen momenteel worden geëxploiteerd door recombinant antilichaam engineering, en een weg naar een toekomst waarin ontworpen vaccins voordeel halen uit ADCC-variant activiteit, worden ook besproken. In het hele hoofdstuk wordt de aandacht gevestigd op het feit dat, terwijl het merendeel van de ADCC studies is gebaseerd op onderzoek met mononucleaire cellen in perifeer bloed waarin NK cellen als de belangrijkste effectoren worden beschouwd, er nog vragen onbeantwoord zijn over ADCC gemedieerd door niet-NK celpopulaties in perifeer bloed en in mucosale compartimenten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.