Definitie
naamwoord, meervoud:
(1) Het eetbare (deel van een) plant (bijv. bladeren, wortels, bloemen), maar niet de vrucht of het zaad
(2) Elke plant (zoals in het plantenrijk)
Aanvulling
De term groente heeft specifiek betrekking op plantendelen die eetbaar zijn, zoals bladeren, wortels, stengels, bloemen, enz. Plantendelen zoals eetbare vruchten en zaden worden niet als groenten beschouwd. Zij worden aangeduid zoals hun naam aangeeft. Toch zijn er bepaalde gevallen waarin vruchten als groente worden beschouwd, zoals tomaten, okra’s, komkommers, aubergines, bittere kalebassen, enz. Deze eetbare plantendelen bevatten zaden en worden daarom als vruchten beschouwd. Voorbeelden van groenten zijn sla (bladeren en stengels), rode biet (knollen), kool (bladeren), wortel (knollen), en pastinaak (knollen).
De term wordt ook gebruikt om te verwijzen naar elke plant in tegenstelling tot andere levende wezens die geen planten zijn. Zo is het niet ongebruikelijk om termen te vinden als “plantenrijk” en “plantaardige materie”. Vroeger werd het plantenrijk, dat alle planten omvat, door botanici ingedeeld in de volgende onderverdelingen: Phaenogamia (waartoe de dicots of exogenen en de monocots of endogenen behoren) en Cryptogamia (waartoe de acrogens, thallogenen behoren).
Woordoorsprong: Latijn vegetabilis (in staat om te leven en te groeien)
Zie ook:
- plant
- blad
- vrucht
- bloem
- wortel
Gerelateerde term(en):