Humorale, hormonale en neurale prikkels
Hormonen kunnen vrijkomen door veranderingen in het bloed (“humor”), door de werking van andere hormonen, of door neurologische prikkels.
Leerdoelen
Onderscheid maken tussen humorale, hormonale, en neurale prikkels
Key Takeaways
Key Points
- Wanneer een hormoon vrijkomt als reactie op een verandering in het bloed of andere lichaamsvloeistoffen, zoals een verandering in het niveau van een mineraal of een verandering in temperatuur, wordt dit een humorale stimulus genoemd.
- Hormonen kunnen vrijkomen als reactie op de werking van een tweede hormoon; de hypothalamus scheidt vaak hormonen af die de afgifte of stopzetting van andere hormonen uit de hypofyse op gang brengen.
- Hormoonafgifte kan ook rechtstreeks door een stimulus van een neuron worden teweeggebracht; dit wordt vaak gebruikt wanneer een snelle reactie nodig is.
Key Terms
- hypothalamus: een onder de thalamus gelegen gebied van de voorhersenen dat de lichaamstemperatuur en sommige stofwisselingsprocessen regelt en het autonome zenuwstelsel regelt
- hypofyse: een endocriene klier, ongeveer zo groot als een erwt, waarvan de secreties de andere endocriene klieren controleren en de groei, stofwisseling en rijping beïnvloeden
- humoraal: van of betrekking hebbend op de lichaamsvloeistoffen of humoren
Humorale prikkels
De term “humoraal” is afgeleid van de term “humor”, die verwijst naar lichaamsvloeistoffen, zoals bloed. Een humorale stimulus verwijst naar de controle van de hormoonafgifte in antwoord op veranderingen in de extracellulaire vloeistoffen, zoals de ionenconcentratie in het bloed. Een stijging van de bloedglucosespiegel bijvoorbeeld leidt tot de afgifte van insuline door de alvleesklier. Insuline zorgt ervoor dat de bloedglucosespiegel daalt, wat de pancreas het signaal geeft te stoppen met het produceren van insuline. Dit is een voorbeeld van een negatieve terugkoppelingslus.
Hormonale prikkels
Hormonale prikkels verwijst naar de afgifte van een hormoon in reactie op een ander hormoon. Een aantal endocriene klieren geven hormonen af wanneer zij worden gestimuleerd door hormonen die door andere endocriene klieren worden afgegeven. Zo produceert de hypothalamus hormonen die het voorste gedeelte van de hypofyse stimuleren. De voorste hypofyse geeft op zijn beurt hormonen af die de hormoonproductie door andere endocriene klieren reguleren. De voorste hypofyse geeft het schildklierstimulerend hormoon (TSH) af, dat vervolgens de schildklier stimuleert om de hormonen T3 en T4 te produceren. Naarmate de bloedconcentraties van T3 en T4 stijgen, remmen zij zowel de hypofyse als de hypothalamus in een negatieve terugkoppellus.
Hormonale controle van schildklierhormoonafgifte: De hypothalamus stimuleert de voorste hypofyse via hormonen tot de afgifte van schildklierstimulerend hormoon (TSH). Dit veroorzaakt op zijn beurt de afgifte van de hormonen T3 en T4.
Neural Stimuli
In sommige gevallen stimuleert het zenuwstelsel de endocriene klieren rechtstreeks tot de afgifte van hormonen, hetgeen neurale stimuli wordt genoemd. Herinnert u zich dat bij een kortstondige stressreactie de hormonen epinefrine en noradrenaline belangrijk zijn voor het leveren van de energiestoten die het lichaam nodig heeft om te reageren. Hier stimuleren neuronale signalen van het sympathische zenuwstelsel rechtstreeks het bijniermerg om de hormonen epinefrine en noradrenaline af te geven als reactie op stress.