De geschiedenis van de Amana Koloniën, een National Historic Landmark en een van Amerika’s langst bestaande communale genootschappen, begint in 1714 in de dorpen van Duitsland en gaat vandaag verder op de prairie van Iowa.

In de turbulente 18e eeuw, Duitsland in het midden van een religieuze beweging genaamd het Piëtisme, pleitten twee mannen, Eberhard Ludwig Gruber, en Johann Friedrich Rock, voor geloofsvernieuwing door middel van bezinning, gebed en Bijbelstudie. Hun overtuiging, die door vele andere Piëtisten werd gedeeld, was dat God, door de Heilige Geest, individuen kan inspireren om te spreken. Deze gave van inspiratie vormde de basis voor een religieuze groep die in 1714 begon samen te komen en bekend werd als de Gemeenschap van Ware Inspiratie. Hoewel de Inspirationisten conflicten probeerden te vermijden, werden zij vervolgd om hun geloof. Uiteindelijk vonden de Inspirationisten een toevluchtsoord in Midden-Duitsland, waar zij zich vestigden op verschillende landgoederen, waaronder het 13e-eeuwse kasteel Ronneburg.

Op zoek naar vrijheid
Vervolging en een economische depressie in Duitsland dwongen de gemeenschap ertoe op zoek te gaan naar een nieuw thuis. Onder leiding van Christian Metz hoopten zij godsdienstvrijheid te vinden in Amerika en verlieten Duitsland in 1843-44. De leden van de gemeenschap bundelden hun middelen en kochten 5.000 acres in de buurt van Buffalo, New York. Door samen te werken en hun eigendom te delen, was de gemeenschap, die nu ongeveer 1.200 mensen telde, in staat om een relatief comfortabel bestaan op te bouwen. Zij noemden hun gemeenschap de “Ebenezer Society” en namen een grondwet aan die hun gemeenschappelijke manier van leven formaliseerde.

Toen er meer landbouwgrond nodig was voor de groeiende gemeenschap, keken de Inspirationisten naar Iowa waar aantrekkelijk geprijsd land beschikbaar was. Vooral land in de vallei van de rivier de Iowa was veelbelovend. Hier was vruchtbare grond, steen, hout en water genoeg om de gemeenschap van hun dromen te bouwen.

Remaining True

In 1855 kwamen ze aan in Iowa. Nadat een geïnspireerd getuigenis de mensen had opgedragen hun dorp “Bleibtreu” of “trouw blijven” te noemen, kozen de leiders de naam Amana uit het Hooglied van Salomo 4:8. Amana betekent “trouw blijven”. Zes dorpen werden gesticht, een mijl of twee van elkaar verwijderd, verspreid over een riviervallei van ongeveer 26.000 hectare – Amana, Oost Amana, West Amana, Zuid Amana, Hoog Amana, en Midden Amana. Het dorp Homestead werd in 1861 toegevoegd, waardoor de kolonie toegang kreeg tot de spoorweg.

Gemeenschappelijk leven
In de zeven dorpen kregen de bewoners een thuis, medische zorg, maaltijden, alle huishoudelijke benodigdheden, en onderwijs voor hun kinderen. Eigendom en middelen werden gedeeld. Mannen en vrouwen kregen werk toegewezen door hun dorpsraad van broeders. Niemand ontving een loon. Niemand had er een nodig.

De landbouw en de produktie van wol en calico ondersteunden de gemeenschap, maar dorpsondernemingen, alles van klokken maken tot brouwen, waren van vitaal belang; en goed vervaardigde produkten werden een kenmerk van de Amana’s. Ambachtslieden waren bijzonder trots op hun werk als een bewijs van zowel hun geloof als hun gemeenschapszin.

Opstaan voor zonsopgang, opgeroepen om te werken door het zachte luiden van de klok in de dorpstoren, de ongehaaste routine van het leven in het oude Amana was heel anders van tempo dan vandaag. De kerken van Amana, gelegen in het centrum van elk dorp, gebouwd van baksteen of steen, hebben geen glas-in-lood ramen, geen toren of torenspits, en weerspiegelen het ethos van eenvoud en nederigheid. Inspirationisten woonden de erediensten 11 keer per week bij; hun stille erediensten markeerden de dagen.

Meer dan 50 gemeenschappelijke keukens verstrekten drie dagelijkse maaltijden; evenals een snack halverwege de ochtend en halverwege de middag voor alle kolonisten. Deze keukens werden gerund door de vrouwen van de Kolonie en goed voorzien door de dorpsrokerij, bakkerij, ijskelder en zuivelfabriek, en door de enorme tuinen, boomgaarden en wijngaarden die door de dorpelingen werden onderhouden.

Kinderen gingen zes dagen per week naar school, het hele jaar door, tot ze 14 jaar oud waren. Jongens kregen baantjes op de boerderij of in de handwerkplaatsen, terwijl meisjes werden toegewezen aan een gemeenschappelijke keuken of tuin. Enkele jongens werden naar de universiteit gestuurd voor een opleiding tot onderwijzer, dokter of tandarts.

In 1932, te midden van Amerika’s Grote Depressie, zette Amana haar gemeenschappelijke manier van leven opzij. Een ruïneuze landbouwmarkt en veranderingen in de plattelandseconomie droegen daartoe bij, maar wat de verandering uiteindelijk stimuleerde was een sterk verlangen van de bewoners om hun gemeenschap te behouden. Tegen 1932 werd de gemeenschappelijke manier van leven gezien als een belemmering voor het bereiken van individuele doelen, dus in plaats van te vertrekken of hun kinderen te zien vertrekken, veranderden ze. Ze richtten de Amana Society, Inc. op, een vennootschap met winstdeelneming om de landbouwgrond, de molens en de grotere ondernemingen te beheren. Privé-ondernemingen werden aangemoedigd. De Amana kerk werd in stand gehouden.

Amana Koloniën Vandaag
De zeven dorpen van de Amana Koloniën vertegenwoordigen vandaag de dag een Amerikaanse droom die is uitgekomen; een bloeiende gemeenschap die is gebaseerd op religieus geloof en gemeenschapszin. De Amana Kolonies, die in 1965 tot National Historic Landmark werden uitgeroepen, trekken jaarlijks honderdduizenden bezoekers die allemaal komen kijken en genieten van een plaats waar het verleden wordt gekoesterd en waar gastvrijheid een manier van leven is.

De straten van de Amana Kolonies met hun historische bakstenen, stenen en houten huizen, hun bloemen- en groentetuinen, hun lantaarns en wandelpaden doen denken aan Amana van gisteren. Maar een levendige gemeenschap, die zowel haar verleden als haar toekomst viert, is hier vandaag voor u om te ervaren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.