Geb is één van de belangrijkste goden in het oude Egypte en stond bekend als de God van de aarde. Hij zou uit een belangrijke godenlijn zijn voortgekomen en was de zoon van Shu, de god van de lucht, en Tefnut, de godin van het vocht. Geb en Nut hadden vier kinderen: Osiris, Isis, Seth, en Nephthys. Geb wordt in de literatuur in de oudheid echter ook op een aantal andere manieren aangeduid als Seb, Keb of Gebb. Na Atum verbleven de vier godheden Shu, Tefnut, Geb, en Nut uitsluitend in de Kosmos, terwijl de tweede groep godheden Osiris, Isis, Seth, en Nephthys bemiddelden tussen de mens en de kosmos. De oude Egyptenaren geloofden dat aardbevingen die plaatsvonden door Geb werden gelachen.
Voorstelling van Geb
Geb werd gewoonlijk voorgesteld als een man die een combinatie droeg van de witte kroon en de Atef-kroon, hoewel hij ook werd afgebeeld als een gans, zijn heilige dier. In de gedaante van een man wordt Geb afgebeeld als de personificatie van de aarde en is hij groen gekleurd met vegetatie die uit zijn lichaam groeit. Als de aarde wordt hij vaak liggend op zijn zij afgebeeld met één knie naar de hemel gebogen. In composities en hymnen is Geb een zeer belangrijke god in het Dodenboek, die een rol speelt bij het wegen van het hart van de doden in de Oordeelzaal van Osiris.
Origin Of Geb
Heliopolis wordt verondersteld de geboorteplaats te zijn van de goden die in Egypte worden aanbeden. Er wordt gezegd dat hier het werk van de schepping begon. Vele papyrussen wijzen hierop en tonen zelfs aan dat nadat de Zonnegod aan de hemel verscheen, hij naar de hemel opsteeg en zijn stralen op aarde zond. Deze papyrussen laten zelfs zien dat Geb een prominente plaats inneemt, waar hij wordt afgebeeld liggend op de grond met één hand uitgestrekt en de andere naar de hemel wijzend. In de Ptolemeïsche tijd werd Geb geïdentificeerd met de God Kronos die in de Griekse mythologie wordt aanbeden.
Men gelooft dat de verering van God Geb begon in Lunu tijdens het pre-dynastieke tijdperk, waarin hij grotendeels werd aanbeden als een gans, zijn heilig dier. Edfu werd de “Aat van Geb” genoemd, en Dendera stond ook bekend als “het huis van de kinderen van Geb”. Een mannelijke aardgod lijkt ongebruikelijk, maar sommigen zeggen dat Geb biseksueel was. In zijn heiligdom te Bata zou hij het grote ei hebben gelegd waaruit de zonnegod is herrezen in de vorm van een feniks of Benben. Geb heeft de bijnaam de grote kakelgod gekregen vanwege het geluid dat klonk toen het ei werd gelegd.