Dr. Hunter S. Thompson zei ooit: “It never got weird enough for me.” Met alle respect en liefde voor die overleden Gonzo-god, vraag ik me af of hij die woorden zou inslikken na het zien van deze film. Dit is echt een van de vreemdste films ooit bedacht, opgenomen, uitgevoerd, wat dan ook. Maar het briljante zit ‘m in het feit dat, temidden van de chaos en uitzinnige chaos, het eigenlijk allemaal niet zo onsamenhangend is. Het is misschien niet meer of minder waanzinnig een stukje avant-garde experiment dan een super obscure film als Pussbucket.
Het verschil zit hem, denk ik, in de professionaliteit. Op een kleine manier moet ik denken aan Russ Meyer; Richard Elfman is een zeer zorgvuldig regisseur met zijn camera, die nooit een shot onbedoeld onscherp of gestoord in masturbatoire termen maakt, en met zijn production designer (als het misschien alleen hij en zijn vrouw waren die de film ook financierden) een waanzin creëert die qua productiewaarde niet bepaald slordig genoemd kan worden. Of je het nu leuk vindt of niet, en ik kan me voorstellen dat mensen dit absoluut NIET leuk vinden, er is hier wel wat kunst aan de gang.
Het is ook het soort film dat je niet kunt vastpinnen. Ik was de hele tijd uitzinnig aan het lachen, bijna krampachtig om de ene stap na de andere in het ‘plot’ (en ja, er is er een, eenmaal ingecheckt in de ‘Zone’ en de 6e dimensie en de annalen van de Koningin en de familie die door de zone gaat), maar is het helemaal een komedie? Eigenlijk – ja, dat is het. Maar wat voor soort komedie? Er is een gevoeligheid die soms zwaar leunt op die heerlijk krankzinnige tekenfilms uit de jaren 1920 en 1930 (Un Iwerks’ duistere korte films komen in gedachten), maar alleen op momenten zoals stukjes in die klas die oude liedjes zingen.
Er zijn ook personages met een zwart gezicht (ja, zwart gezicht), duidelijke karikaturen van zwarte mensen en Joden, een klein persoon (de acteur uit Man with the Golden Gun), een kerel met een reusachtig kikkerkop en een pak, en Satan. Heb ik al gezegd dat het een musical is die in zwart-wit is opgenomen en dat het ook zoiets is als Rocky Horror Picture Show die niet sympathiek is vanwege zijn slechtheid, maar een echte cult-hit is die echt f***ed-up is?
Genoeg geprobeerd uit te leggen- dit is cult in de zin van Eraserhead of Ichi the Killer, of zelfs een van de echte old-school bewakers van de avant-garde zoals Jack SMith. Je moet het echt zien om het te geloven, en begrijpen hoezeer een mix van vormen en stijlen erin verwerkt is, van de voor de hand liggende en vrolijk overdreven “personages” (alleen al tussen die ene koningin met het haar en de kleine man zou het genoeg kunnen zijn, maar hoe zit het dan met de nieuwe Franse minnares van de kleine man?), van de plotselinge titelkaartjes, van de animaties van tijd tot tijd met als meest in het oog springende voorbeeld een reis door een darm.
Niet te vergeten de muziek, die tot de zuiverste genialiteit van de film behoort (dit en Blues Brothers, beide goed voor een dubbelfilm, niet te vreemd gezien één specifiek nummer dat ik hier niet hoef te noemen, zijn grote wacky musicals van 1980). Er zijn twee facetten: het gebruik van oude blues en show-tunes uit de jaren ’30, bijna als speakeasy songs, en dan de songs van Oingo Boingo, Danny Elfman’s even rare band die hij had voordat hij componist werd. Onnodig te zeggen dat hij hier voor het eerst componeert, en het is een geweldige leerschool voor andere grote scores in Tim Burton’s films; zijn ene optreden als Satan is een gepruts, maar over het algemeen evenaart hij wat zijn broer te bieden heeft als een filmmaker met verve en durf.
Hoezeer je misschien positief reageert op de durf van Forbidden Zone zal afhangen van hoe serieus je het neemt. Ik denk niet dat ik diepgaande levenslessen heb gekregen, maar als je de vibe van de film kunt aanboren, dan heb je het gemaakt. Het wordt niet veel vreemder dan dit, en ik hou van het voor het op welke voorwaarden het maakt als fantasierijke low-budget gonzo komedie.