Nadat Robert E. Lee zich overgaf bij Appomattox courtthouse op 9 april 1865, kreeg de generaal gratie van President Lincoln. Hij kon echter niet terugkeren naar zijn landgoed in Arlington, Virginia, omdat het nu in het midden van een nationale begraafplaats lag, met uitzicht op de graven van duizenden Unie soldaten.
Lee en zijn familie verhuisden in plaats daarvan naar Lexington, Virginia, waar hij president werd van het Washington College. Er wordt aangenomen dat hij deze low-profile post, die slechts $1.500 per jaar betaalde, aanvaardde omdat hij het ongepast vond om winst te maken na zo’n bloedig en splijtend conflict. In 1865 ondertekende Lee een amnestie-eed, waarin hij opnieuw vroeg om staatsburger van de Verenigde Staten te worden. Hij deed dit als een actieve aanmoediging voor confederale soldaten om zich weer bij de Verenigde Staten aan te sluiten.
Lee’s eigen wens om Amerikaans staatsburger te worden viel ten prooi aan het noodlot. Zijn eed van trouw was misplaatst, en hij werd nog steeds beschouwd als een gast in zijn eigen land toen hij op 12 oktober 1870 stierf aan hartfalen. Lee’s eed werd pas 100 jaar later ontdekt in de Nationale Archieven.
Op 5 augustus 1975, tijdens een ceremonie in Arlington House, noemde President Gerald Ford Lee een voorbeeld voor de volgende generaties en liet hij zijn staatsburgerschap herstellen. Hij ligt begraven op het terrein van het voormalige Washington College, nu bekend als Washington and Lee University.
Afbeelding: Generaal Robert E. Lee, Library of Congress Prints and Photographs Division