Egbert, ook gespeld als Ecgberht, of Ecgbryht, (overleden 839), koning van de West-Saksen van 802 tot 839, die rond Wessex een koninkrijk vormde dat zo machtig was dat het uiteindelijk de politieke eenwording van Engeland bewerkstelligde (midden 10e eeuw).
De zoon van Ealhmund, koning in Kent in 784 en 786, was Egbert lid van een familie die vroeger het West-Saksische koningschap had bekleed. In 789 werd Egbert door de West-Saksische koning Beorhtric en zijn bondgenoot, de machtige Mercische koning Offa (d. 796), naar het Europese vasteland verbannen. Niettemin volgde Egbert de troon van Beorhtric op in 802. Hij verwijderde Wessex onmiddellijk uit de Mercische confederatie en consolideerde zijn macht als onafhankelijk heerser. In 825 versloeg hij Beornwulf, koning van Mercia, op beslissende wijze in de Slag bij Ellendune (nu Wroughton, Wiltshire). De overwinning was een keerpunt in de Engelse geschiedenis omdat zij de Merciaanse overheersing vernietigde en Wessex de sterkste van de Engelse koninkrijken maakte. Op grond van lang sluimerende erfelijke aanspraken werd Egbert als koning aanvaard in Kent, Sussex, Surrey, en Essex. In 829 veroverde hij Mercia zelf, maar hij verloor het in het volgende jaar aan de Merciaanse koning Wiglaf. Een jaar voor zijn dood behaalde Egbert bij Hingston Down (nu in Cornwall) een verpletterende overwinning op Deense en Cornish Briton invallers.