Het dwergzijdeaapje is een kleine primaat die oorspronkelijk voorkomt in de regenwouden van het westelijke Amazonebekken in Zuid-Amerika. Met een gewicht van slechts 100 gram is het dwergzijdeaapje de kleinste bekende apensoort ter wereld. Hij is gemiddeld zo’n 15 cm hoog met een 20 cm lange staart achter zich.
Het dwergzijdeaapje heeft scherpe klauwen waardoor het uitstekend in bomen kan klimmen en de lange staart van het dwergzijdeaapje geeft dit kleine aapje een fantastische balans bij het springen tussen boomtakken. Door zijn lage gewicht kan het dwergzijdeaapje de boomtoppen bereiken, een plaats waar veel van de grotere apensoorten niet kunnen komen. Zij zijn ook in staat hun kop 180 graden te draaien, een aanpassing die hen in staat stelt de omgeving af te speuren naar roofdieren terwijl zij zich verticaal aan een boom vastklampen.
De dwergzijdeaap overleeft op een gespecialiseerd dieet van boomgom. Met zijn gespecialiseerde gebit knaagt hij gaten in de schors van geschikte bomen en wijnstokken om de productie van gom op gang te brengen. Als het sap in het gat ophoopt, likt hij het op met zijn tong. Hij wacht ook op insecten, vooral vlinders, die door de sapgaten worden aangetrokken. Hij vult zijn dieet aan met bessen, nectar en fruit.
De dwergzijdeaap is steeds populairder geworden als exotisch huisdier, maar ze zijn zeer moeilijk te houden. Wanneer een baby dwergzijdeaapje bij de familie wordt weggehaald, kan het vaak snel sterven als gevolg van depressie. Baby dwergzijdeaapjes moeten ook om de twee uur gevoederd worden tijdens hun eerste twee weken in de wereld, dus het kunnen zeer tijdrovende huisdieren zijn. Dwergzijdeaapjes kunnen een hekel krijgen aan hun eigenaar en sommige bijten hun eigenaar en gooien uitwerpselen naar hem, als een vorm van aanval.