Summary
De spreker beschrijft hoop als een vogel (‘het ding met veren’) die neerstrijkt in de ziel. Daar zingt hij woordeloos en zonder pauze. Het lied van de hoop klinkt het zoetst “in the Gale,” en er zou een angstaanjagende storm voor nodig zijn om ooit “the littleBird / That kept so many warm” te verstoren. De spreekster zegt dat ze de vogel van hoop heeft gehoord “in het koudste land- / En op de vreemdste zee-“, maar nooit, hoe extreem de omstandigheden ook waren, heeft het ooit om een kruimel van haar gevraagd.
Vorm
Zoals bijna alle gedichten van Dickinson heeft “‘Hope’ is thething with feathers-…” de vorm van een iambische trimeter die zich vaak uitbreidt met een vierde klemtoon aan het eind van de regel (zoals in “And sings the tune without the words-“). Zoals bijna al haar gedichten wijzigt en onderbreekt het de ritmische stroom met lange streepjes die pauzes en onderbrekingen aangeven (“And never stops-at all-“). De strofen rijmen, zoals in de meeste teksten van Dickinson, losjes in een ABCB-schema, hoewel er in dit gedicht enkele incidentele carry-over-rijmen zijn: “woorden” in regel drie van de eerste strofe rijmt op “gehoord” en “vogel” in de tweede; “uitersten” rijmt op “zee” en “ik” in de derde strofe, dus technisch gezien conform een ABBB rijmschema.
Commentaar
Deze eenvoudige, metaforische beschrijving van de hoop als een vogel die in de ziel slaat, is een ander voorbeeld van Dickinsons homiletische stijl, ontleend aan Psalmen en religieuze hymnen. Dickinson introduceert haar metafoor in de eerste twee regels (“Hope’ is the thing withfeathers- / That perches in the soul-“), en ontwikkelt deze vervolgens door het gedicht heen door te vertellen wat de vogel doet (zingen), hoe hij reageert op ontberingen (hij is ongegeneerd in de storm), waar hij te vinden is (overal, van “chillest land” tot “strangest Sea”), en wat hij voor zichzelf vraagt (niets, niet eens een kruimel). Hoewel geschreven na “Successis counted sweetest,” is dit nog een vroeg gedicht voor Dickinson, en noch haar taal noch haar thema’s zijn hier zo gecompliceerd en explosief als ze zouden worden in haar rijpere werk uit de jaren 1860.Toch vinden we een paar van de verbale schokken die zo kenmerkend zijn voor Dickinson’s stijl: het gebruik van “abash,” bijvoorbeeld, om het mogelijke effect van de storm op de vogel te beschrijven, wringt de lezer terug naar de realiteit achter de mooie metafoor; terwijl een zingende vogel niet echt “abashed” kan zijn, beschrijft het woord het effect van de storm – een meer algemene ontbering – op de hoop van de spreker.