Het essay is een literair genre dat voornamelijk wordt gekenmerkt door het voorstellen en verdedigen van een persoonlijk en subjectief standpunt over een bepaald onderwerp dat kan verwijzen naar de volgende gebieden: politiek, filosofisch, religieus, sportief, historisch, sociaal, cultureel, zonder zich te baseren op enig theoretisch kader, maar op de wil om de eigen mening over te brengen of te uiten.
In het algemeen wordt het veel gebruikt in academische kringen, zoals universiteiten, organisaties of studie- of onderzoekscentra. Van alle “academische” teksten kan men ongetwijfeld stellen dat het essay het meest “vrij” en “persoonlijk” is en dat het niet zozeer gebonden is aan empirische (realiteit) en systematische bewijsvoering als de monografie of het onderzoeksartikel.
Hoewel het genre als oorsprong vrij modern is, vindt men zijn equivalent in het zeer oude Grieks-Romeinse oratorium, waarin Menander “de rector” een zeer vooraanstaande figuur was, die in zijn Vertogen over het Epictische genre zelfs enkele kenmerken uiteenzette van wat wij vandaag kennen als een essay en die vrij nauw samenvallen met die van dit essay: vrij en willekeurig onderwerp; eenvoudig, alledaags en natuurlijk taalgebruik; subjectieve vaststellingen en conclusies; de introductie van elementen zoals persoonlijke anekdotes, citaten of spreekwoorden om het een levendiger karakter te geven; en het houdt zich niet aan een vooraf bepaalde volgorde zoals bijvoorbeeld een kort verhaal dat doet. Tenslotte is het essay ook kort en richt het zich tot een heterogeen publiek, meestal.
Hieruit blijkt duidelijk dat het essay een tegenpool vindt in het nieuws, dat tot het genre nieuws behoort. Enerzijds vanwege de subjectiviteit die zich van het essay meester maakt, anderzijds omdat degene die een essay voorstelt, de bedoeling heeft te overtuigen en te overtuigen, eerder dan te informeren over een onderwerp in kwestie.
Van de persteksten zijn het interpreterende en het opiniërende genre misschien het meest verwant met het essay, en we kunnen zeggen dat het enkele kenmerken van beide overneemt: van het opiniërende genre, omdat het een visie is van waaruit de schrijver staat, het is “zijn” visie op dit of dat centrale thema of onderwerp dat het essay behandelt. Van het interpretatieve genre neemt het de bedoeling over te halen door elementen als vergelijking, voorbeeld of contrast.
Het krantenartikel, de miscellany, het epistel, de dissertatie en de dialoog, onder andere, zijn enkele van de andere genres die bekend staan als didactisch en die zoiets zijn als eerste neven van het essay.
Een essay is als volgt opgebouwd: inleiding, waarin het onderwerp wordt gepresenteerd met de bijbehorende hypothese en these. Het wordt gevolgd door het uitspreken van een zin die over het algemeen verband houdt met het onderwerp en van de hand van de essayist zelf is. Hierna komt de uitwerking, waar de stelling wordt uitgediept door een argumentatieve expositorische modaliteit en tenslotte wordt in de conclusie getracht dieper op de stelling in te gaan en uit te leggen waarom deze vanaf het begin wordt volgehouden.
Het is in de uitwerking waar de auteur moet kiezen tussen verschillende schrijf-“technieken” die we al hebben genoemd. Bij voorbeeld, in de vergelijking zal hij/zij de voornaamste kenmerken van het voorwerp/onderwerp noemen, in verhouding tot anderen. Voorbeeld: vergelijking van de toename van het BBP (Bruto Binnenlands Product) tussen twee of meer landen. De nadruk ligt hier waarschijnlijk op de economische ontwikkeling van een van de landen in kwestie. Een andere techniek is de exemplificatie, waarbij de auteur voorbeelden uit de empirische werkelijkheid zoekt om theorieën of macro-visies te ondersteunen, bijvoorbeeld door de economische theorieën van afhankelijkheid en ontwikkeling uit te leggen aan de hand van historische gebeurtenissen met betrekking tot de politieke en economische feiten van een bepaald land. Ten slotte lijkt contrasteren sterk op vergelijken, hoewel in dit geval de nadruk wordt gelegd op twee verschillende werkelijkheden of kenmerken tussen twee of meer objecten, bijvoorbeeld in het geval van de uitvoering van overheidsbeleid dat het onderwijs bevordert, kan de werkelijkheid van een land dat sterk verschilt van het land dat wij beschrijven of behandelen in het centrale thema van het opstel, als referentie worden genomen.