Achtergrond: Het obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) is een veel voorkomende slaapstoornis die wordt gekenmerkt door herhaalde obstructie van de bovenste luchtweg tijdens de slaap. Terwijl ademhalingspauzes gevolgd door luid snurken en slaperigheid overdag de belangrijkste symptomen van OSAS zijn, kunnen de patiënten klagen over slaapverstoring, hoofdpijn, stemmingsstoornissen, prikkelbaarheid en geheugenstoornissen. Het verband tussen slaapapneu en angst en depressie wordt echter niet volledig begrepen. De therapietrouw aan continue positieve luchtwegdruk (CPAP), de voorkeursbehandeling voor OSAS, kan beïnvloed worden door psychologische omstandigheden, in het bijzonder claustrofobie. Het doel van deze studie was om de associatie van OSAS met angst- en depressiesymptomen te evalueren. Deze studie onderzocht ook de associatie van angst met body mass index (BMI) en de ernst van OSAS.
Materialen en methoden: We voerden een cross-sectionele studie uit bij 178 volwassen personen met de diagnose OSAS in het slaaplaboratorium tussen september 2008 en mei 2012. De deelnemers werden geïnterviewd aan de hand van een checklist over zowel hun hoofdklachten als andere geassocieerde symptomen. De psychologische status werd beoordeeld aan de hand van Beck anxiety inventory (BAI) en Beck depression inventory (BDI) scores. De ernst van de ademhalingsstoornis werd geclassificeerd als mild, matig en ernstig op basis van de apneu-hypopneu-index (AHI) die werd vastgesteld met behulp van nachtelijke polysomnografie. Slaperigheid overdag werd beoordeeld met de Epworth slaperigheidsschaal (ESS).
Resultaten: De gemiddelde (SD) leeftijd van de deelnemers was 50,33 jaar. Wat betreft geslacht, 85,5% van de studiepopulatie waren mannen en 14,4% waren vrouwen. Er werd geen verband gevonden tussen het geslacht en de symptomen van OSAS. Wat betreft de frequentie van angst- en depressiesymptomen, had 53,9% van de personen enige mate van angst, terwijl 46,1% depressieve symptomen vertoonde. Wat de ernst van OSAS betreft, toonde dit onderzoek aan dat de ernst van OSAS geassocieerd was met de frequentie van angst, versuffing en slaperigheid (P : 0,001). Volgens de polysomnografische resultaten vonden we dat de meerderheid van de patiënten die leden aan angst en chocking (66,7% en 71,4%, respectievelijk) ernstige OSAS hadden, terwijl slechts 23,1% van de patiënten met slaperigheid ernstige OSAS hadden.
Conclusie: Onze studie toonde aan dat de frequentie van angst bij OSAS-patiënten hoger is dan in de algemene bevolking, ongeacht het geslacht. Bovendien is het waarschijnlijker dat OSAS-patiënten zich presenteren met angst en depressie dan de typische symptomen.