Anatomie van de alvleesklier
De alvleesklier is een langwerpig, smal orgaan dat achter in de buik ligt, onder de maag. De rechterkant van het orgaan, de kop genoemd, is het breedst en ligt in de bocht van de twaalfvingerige darm, die de eerste afdeling van de dunne darm is. De kegelvormige linkerkant strekt zich iets naar boven uit (dit deel wordt het lichaam genoemd) en eindigt bij het bloedvat (dit deel wordt de staart genoemd).
De alvleesklier bestaat uit twee soorten klieren:
-
De exocriene. De exocriene klier scheidt spijsverteringsenzymen af. Deze enzymen worden uitgescheiden in een netwerk van kanaaltjes die aansluiten op de hoofdklier van de alvleesklier. Deze loopt in de lengte van de alvleesklier.
-
De endocriene. De endocriene klier, bestaande uit de eilandjes van Langerhans, scheidt hormonen af in de bloedbaan.
Functies van de pancreas
De pancreas heeft spijsverterings- en hormonale functies:
-
Enzymen die door de exocriene klier in de pancreas worden afgescheiden, helpen bij de afbraak van koolhydraten, vetten, eiwitten en zuren in de twaalfvingerige darm. Deze enzymen komen in inactieve toestand via de alvleesklierbuis in de galbuis terecht. Als ze in de twaalfvingerige darm komen, worden ze geactiveerd. Het exocriene weefsel scheidt ook een bicarbonaat af om het maagzuur in de twaalfvingerige darm te neutraliseren. Dit is het eerste deel van de dunne darm.
-
De belangrijkste hormonen die door de endocriene klier in de alvleesklier worden afgescheiden zijn insuline en glucagon. Deze hormonen regelen de concentratie van glucose in het bloed, en somatostine, dat de afscheiding van insuline en glucagon verhindert.