Dana’s zoektocht naar een architect die aan haar aspiraties voldeed, eindigde toen ze in 1902 werd voorgesteld aan Frank Lloyd Wright, de opkomende leider van de nieuwe Prairie School-beweging van “organische architectuur” die de nadruk legde op de congruentie tussen het interieur van een gebouw en de omgeving.
De opdracht van Dana om de verbouwing van het Italianate herenhuis van de Lawrences te plannen, was de grootste die Wright ooit had gekregen. Omdat hij in mevrouw Dana een geestverwant herkende, breidde hij de grenzen van zijn contract uit en ontwierp en bouwde wat in feite een geheel nieuw huis was, waarin zijn benadering van de Prairie Style esthetiek tot uiting kwam.
Het nieuwe huis weerspiegelde de flamboyante persoonlijkheden van de opdrachtgever en de architect, met name hun liefde voor Japanse prenten en tekeningen. Het gebouw was ontworpen voor zowel uitstalling als vermaak. Een gebogen deuropening liet de gasten binnen in een reeks uitdijende ruimten, die overgingen van vestibule naar ontvangsthal.
Het concept van “uitdijende ruimte” werd in het hele huis herhaald, met ramen die zo waren geplaatst dat de aandacht van iemand binnen voortdurend werd getrokken naar een besef van wat er buiten gebeurde. Wright ontwierp ongeveer 450 kunstglazen ramen, dakramen, deurpanelen, wandkandelaars en verlichtingsarmaturen voor het huis, waarvan de meeste bewaard zijn gebleven. Veel van het kunstglas, en de muurschildering van George Niedecken die het interieur van de eetkamer bekleedt, is gecentreerd op een sumakmotief.
Een aanzienlijke westelijke vleugel leidt bezoekers door een Torii poort naar twee van de grootste kamers in het huis. De galerie op de bovenverdieping werd gebruikt voor muzikale evenementen, en in de bibliotheek op de begane grond staan speciale ezels, een deel van de meer dan 100 vrijstaande, door Wright ontworpen, wit eiken meubelen in het huis, gemaakt voor Dana om selecties uit haar verzameling Japanse prenten tentoon te stellen.
Dana woonde van 1904 tot ongeveer 1928 in het huis. Ooit was zij een succesvol gastvrouw en leider van het sociale leven in Springfield, maar na verloop van tijd keerde zij zich steeds meer terug en richtte haar aandacht op het spiritisme en het occulte. Toen ze in haar latere jaren steeds meer financiële problemen kreeg, sloot ze rond 1928 het hoofdgebouw en verhuisde ze naar een klein huisje op het terrein. Toen Dana in de jaren veertig van de vorige eeuw aan ouderdomsdementie leed, werden haar huis en de inboedel verkocht.