Who are you?
Who, who, who, who?
Who, who, who, who?
I really wanna know (Wie ben jij? Wie, wie, wie, wie?)
Tell me, who are you? (Wie ben jij? Wie, wie, wie, wie?)
Volledige versie:
Wie ben jij?
Wie, wie, wie?
Wie ben jij?
Wie, wie, wie?
Wie, wie, wie?
Wie ben jij?
Wie, wie, wie, wie?
Wie, wie, wie, wie?
Wie, wie, wie, wie?
Ik werd wakker in een deuropening in Soho
Een politieman kende mijn naam
Hij zei: “Je kunt vannacht thuis gaan slapen
Als je kunt opstaan en weglopen”
Ik wankelde terug naar de metro
En de bries waaide door mijn haar
Ik herinner me dat ik klappen uitgooide
En preekte vanuit mijn stoel
Wel, wie ben je? (Wie ben je? Wie, wie, wie, wie?)
Ik wil het echt weten (Wie ben je? Wie, wie, wie, wie?)
Vertel me, wie ben je? (Wie ben je? Wie, wie, wie, wie?)
Want ik wil het echt weten (Wie ben je? Wie, wie, wie, wie?)
Ik nam de metro terug de stad uit
Terug naar de Rollin’ Pin
Ik voelde me een beetje als een stervende clown
Met een vleugje Rin Tin Tin
Ik rekte me uit en hikte
En keek terug op mijn drukke dag
Elf uur in de Tin Pan
God, er moet een andere manier zijn
Wie ben jij?
Ooh wa ooh wa ooh wa ooh wa …
Wie ben jij?
Wie, wie, wie, wie?
Wie ben jij?
Wie, wie, wie?
Wie ben jij?
Wie, wie, wie?
Wie, wie, wie, wie?
Wie ben jij?
Wie, wie, wie, wie?
Ik weet dat er een plek is waar jij hebt gewandeld
Waar de liefde uit de bomen valt
Mijn hart is als een gebroken beker
Ik voel me alleen goed op mijn knieën
Ik spuug uit als een rioolput
En toch ontvang ik je kus
Hoe kan ik me nu nog aan iemand meten
Na zo’n liefde als deze?