We leggen uit wat de bourgeoisie is en hoe deze sociale klasse is ontstaan. Wat zijn bourgeoiswaarden, en soorten bourgeoisie.

Tijdens de 19e eeuw en na de Industriële Revolutie consolideerde de bourgeoisie haar macht.

Wat is bourgeoisie?

Bourgeoisie betekent, in het algemeen, de gegoede middenklasse die bedrijven en productiemiddelen bezit, zoals fabrieken en industrieën, en die in de traditionele marxistische opvatting verschilt van het proletariaat, d.w.z. de arbeidersklasse.

De termen bourgeoisie en bourgeoisie komen uit het middeleeuws Frans (bourgeoisie), aangezien zij ontstonden als benaming voor een nieuwe stedelijke sociale klasse die binnen het middeleeuwse feodalisme was ontstaan (de bewoners van de burgs, d.w.z. de nieuwe delen van de middeleeuwse stad). Dit waren noch feodale heren (edelen), noch horigen van de boerenstand, maar aanvankelijk kooplieden, ambachtslieden en vrije beroepsbeoefenaren, wier economische positie hen in staat stelde een tussenpositie in de maatschappij in te nemen.

De opkomst en groei van de bourgeoisie markeert de overgang in het Westen tussen het feodale en het moderne tijdperk, aangezien hun economische macht uiteindelijk in conflict kwam met de politieke macht van de Ancien Régime maatschappij (Absolutisme) en zo leidde tot de eerste Revoluties tegen de monarchie.

Zie ook: wetenschappelijk communisme

De bourgeoisie volgens het marxisme

Volgens het marxistische denken en de leer van het historisch materialisme neemt de bourgeoisie een overheersende plaats in binnen de productiestructuur van het kapitalisme, aangezien zij de eigenaars is van de productiemiddelen (fabrieken, werkplaatsen, enz.).) en hun rijkdom ontlenen aan de “uitbuiting van de mens door de mens”, d.w.z. het profiteren van de arbeidskracht van het proletariaat om voorwerpen te vervaardigen of diensten te verlenen waarvan zij een zo groot mogelijk deel verkopen, terwijl zij de arbeiders nauwelijks een maandsalaris betalen.

Door de invloed van het marxisme op het denken in de 20e eeuw en later, hebben de termen “bourgeois” en “bourgeoisies” in bepaalde contexten een pejoratieve betekenis gekregen en zijn synoniemen geworden voor uitbuiter, parasiet, enz.

Zie ook: marxisme

Hoe is de bourgeoisie ontstaan?

In de loop van de 19e eeuw werd de bourgeoisie de heersende klasse.

De bourgeoisie werd steeds belangrijker door de accumulatie van kapitaal en eigendom, wat er vaak toe leidde dat veel burgerlijke families veredeld werden en zelfs toegang kregen tot enige plaatselijke politieke macht, vooral in de toenmalige stadstaten zoals Venetië of Florence. De sleutel daartoe was dat zij niet onderworpen waren aan de feodale rechtspraak, maar een betrekkelijk nieuwe sociale klasse vormden.

Mercantilisme en de expansie van de Europese rijken die met de moderne tijd gepaard ging, betekenden de verrijking van de bourgeoisie en de definitieve ondergang van het feodale model, waarvan de waarden niet meer veel betekenden. De nieuwe burgerlijke en republikeinse waarden deden uiteindelijk het absolutistische staatsmodel, dat alle politieke macht aan de adel voorbehield, omverwerpen in wat de Bourgeois Revolutions werden genoemd.

Ten slotte, tijdens de 19e eeuw en de Industriële Revolutie, consolideerde de bourgeoisie haar macht over de nieuwe kapitalistische wereld en werd zo de dominante en dus de meest conservatieve sociale klasse. De verarmde adel had vaak de financiële steun van de bourgeoisie nodig, en de bourgeoisie streefde naar hun traditionele status, zodat zij zich uiteindelijk verenigden in verzet tegen het proletariaat.

Wat zijn bourgeois waarden?

De opkomst van de bourgeoisie introduceerde nieuwe culturele waarden in het Westen, waarop het Nieuwe Regime werd gebouwd waarvan de bourgeoisie de heersende klasse zou zijn. Deze waarden zijn die van de Franse Verlichting, het liberalisme en het encyclopedisme, en omvatten het volgende:

  • Burgerlijke of openbare vrijheden. Dit omvat vrijheid van godsdienst, pers, meningsuiting, vergadering, en bovenal economische vrijheid, een sleutelbegrip voor de door liberalen voorgestane vrije markt, vrij van beperkingen van staat of gilde, en het overwicht van privé-eigendom boven alles.
  • De rechtsstaat. De verdeling en scheiding van de openbare machten, georganiseerd op basis van gelijkheid voor de wet van alle mensen en op politiek liberalisme, met een parlementair stelsel ondersteund door een nationale grondwet.
  • Gelijkheid, vrijheid, broederschap. De drie grote waarden van de Republiek, uitgevaardigd door de Franse Revolutie van 1789.
  • Sociale mobiliteit. De mogelijkheid van opklimmen of afdalen van ieder individu binnen de sociaal-economische schaal op basis van economisch, intellectueel of beroepssucces, en niet door bloed, afkomst of lidmaatschap van een sociale laag.

Typen bourgeoisie

In het algemeen kunnen we spreken van de volgende categorieën:

  • Hoge bourgeoisie. De zogenaamde “high society”, d.w.z. de rijkste en meest exclusieve sectoren van de bourgeoisie, die in veel opzichten als een nieuwe aristocratie worden bestuurd.
  • Kleine bourgeoisie. Een soort kleine bourgeoisie, tussen de bourgeoisie en het proletariaat.
  • Verlichte bourgeoisie. Oorspronkelijk een 18e-eeuwse burgerlijke klasse die de waarden van cultuur, kunst en onderwijs cultiveerde, de term kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar de universitaire of artistieke middenklasse.
  • Agrarische bourgeoisie. Ondanks het tegenstrijdige karakter van de twee termen, wordt deze naam gebruikt om landeigenaren en grote landbouwproducten aan te duiden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.