Evert’s persoonlijke leven veranderde ook in deze periode. Zij was in 1979 getrouwd met John Lloyd, een Britse tennisser, en stond tot hun scheiding in 1987 bekend als Chris Evert-Lloyd. Er waren huwelijksproblemen, deels omdat zij haar carrière serieus wilde voortzetten en hij niet. Winnen was voor haar belangrijker dan voor Lloyd, en zij vond dat zij meer spel in zich had.
In het begin van haar huwelijk bewezen Evert’s overwinningen dat dit waar was. In 1980 was ze opnieuw de nummer één van de wereld en won zowel de Franse als de Amerikaanse Opens. In 1981 was ze opnieuw de nummer één van de wereld en won ze Wimbledon. Maar in het begin van de jaren tachtig volgde een terugval. Ze verloor in de derde ronde van Wimbledon in 1983, de eerste keer dat ze verloor voor de halve finales in haar vierendertig Grand Slam optredens als professional. Hoewel ze een maagvirus had, was haar spel in deze periode niet zo sterk omdat de speelsters die ze tegenkwam atletischer waren. In die tijd veranderde Evert haar training om te werken aan de zwakke delen van haar spel (tweede services, aanvallende korte ballen) en voegde gewichtswerk en aerobics toe. Haar spel werd snel beter. Zelfs tijdens deze overgang won Evert echter minstens één Grand Slam, waaronder drie Franse Opens in 1983, 1985 en 1986.
In 1988 naderde Evert het einde van haar speelcarrière. Ze trouwde dat jaar met Andy Mill, een Amerikaanse downhill skiër, en speelde ook voor het Amerikaanse Olympische tennisteam, hoewel ze geen medaille won. Evert speelde niet goed tijdens haar laatste twee jaren op de vrouwentennis tour. Ze sloeg zelfs de French Open in 1989 over omdat ze niet speelde volgens haar normen.