Calomel (Hg2Cl2), ook wel kwikchloride of kwik(I)chloride genoemd, een zeer zwaar, zacht, wit, reukloos en smaakloos halogenide mineraal gevormd door de omzetting van andere kwikmineralen, zoals cinnaber of amalgamen. Calomel wordt gevonden samen met natief kwik, cinnaber, calciet, limoniet, en klei in Moschellandsberg, Duitsland; Zimapán, Mexico; en Brewster county, Texas, V.S. Voor gedetailleerde fysische eigenschappen, zie halogenide mineraal (tabel).
Ooit het meest populaire van de cathartica, is calomel gebruikt in de geneeskunde sinds de 16e eeuw. De erkenning van de potentiële giftigheid (door de ontleding in kwik en kwikchloride), samen met de ontwikkeling van superieure en veiligere cathartica, heeft geleid tot een afname van het gebruik in de interne geneeskunde. Het wordt echter nog wel gebruikt in bepaalde insecticiden en fungiciden. De verbinding wordt ook gebruikt bij de constructie van kalomel-elektroden voor potentiometrische titratie (een chemische techniek om de potentiaal te meten tussen twee elektrische geleiders in een medium zoals een elektrolytoplossing).