Het houden van dieren voor voedsel kost tijd en vereist hard werken om hun gezondheid en welzijn te behouden. Net als bij mensen worden landbouwhuisdieren soms ziek en hebben ze geneesmiddelen nodig om infecties te behandelen. Maar de organismen die infecties veroorzaken, worden steeds resistenter tegen de beschikbare geneesmiddelen. Deze antimicrobiële resistentie neemt toe naarmate een geneesmiddel vaker wordt gebruikt, en wanneer het onjuist wordt gebruikt.

Dit verkeerde gebruik van antiobiotica heeft ook gevolgen voor de menselijke gezondheid. We denken vaak aan antimicrobiële resistentie vanuit het perspectief van mensen die te veel antibiotica gebruiken, maar in feite is het een complex probleem van veel onderling gerelateerde factoren, waaronder de gezondheid van dieren, het milieu en de voedselproductie.

Veel van de bacteriën die bij dieren worden waargenomen, kunnen ziekten bij mensen veroorzaken, en veel antibiotica die belangrijk zijn voor de menselijke gezondheid, worden ook bij dieren gebruikt. Resistente micro-organismen kunnen van dieren op mensen worden overgedragen via direct contact, de voedselketen en het milieu – bijvoorbeeld door gewassen te bemesten met mest die vervolgens in het watersysteem terechtkomt.

Uit ons onderzoek is gebleken dat een verantwoord antibioticagebruik in de veehouderij gecompliceerd is en hoewel het gebruik van minder antibiotica belangrijk is, is het onvoldoende om het groeiende resistentieprobleem onder controle te krijgen. Dus wat kan er worden gedaan?

De bedreiging bestrijden

Hoewel deze complexiteit veel uitdagingen creëert, kan iedereen zijn steentje bijdragen om het probleem van antimicrobiële resistentie aan te pakken. Mensen moeten bijvoorbeeld alleen antibiotica nemen als ze zijn voorgeschreven, de instructies nauwgezet volgen en nooit restjes antibiotica delen of gebruiken.

Boeren en dierenartsen spelen ook een belangrijke rol bij de bestrijding van deze mondiale bedreiging. Er zijn veel redenen waarom boeren kunnen besluiten om antibiotica te gebruiken. Dit omvat therapeutisch gebruik om een bacteriële infectie bij een dier te behandelen, maar ook profylactisch gebruik, waarbij antibiotica worden gegeven in afwezigheid van de ziekte om te voorkomen dat potentiële infecties zich ontwikkelen.

Bij voorbeeld, wanneer één dier een infectie oploopt, kunnen profylactische antibiotica aan de hele kudde worden gegeven. Hoewel dit in bepaalde omstandigheden gunstig kan zijn, kunnen dergelijke praktijken ten onrechte worden gebruikt ter compensatie van een verhoogd risico op uitbraken als gevolg van intensieve productiepraktijken, overbezetting en slechte leefomstandigheden voor de dieren.

Niet-therapeutisch gebruik van anitbiotica in de varkenshouderij is een punt van zorg geworden.

Een andere reden is het bevorderen van de groei van de dieren door hun voer aan te vullen met antibiotica. Hoewel dit economisch gunstig kan zijn voor de boer, omdat het helpt om grotere dieren sneller te laten groeien, wordt het gebruik van antibiotica als groeibevorderaar ongepast geacht omdat het bijdraagt aan antimicrobiële resistentie.

Het Europees Parlement heeft wetgeving goedgekeurd die het profylactisch gebruik van antibiotica in de landbouw aan banden legt en die later in 2020 van kracht zal worden. Het gebruik van groeibevorderende geneesmiddelen is verboden in Europa, de VS en veel andere landen, maar er zijn plaatsen, zoals sommige Latijns-Amerikaanse landen, waar deze praktijken nog steeds gebruikelijk zijn. Dit creëert potentiële risico’s voor de voedselproductie na de Brexit. Hoewel het waarschijnlijk is dat het VK een verantwoord gebruik van antibiotica in de landbouw zal blijven steunen, zijn er risico’s verbonden aan het openstellen van de Britse markt voor dierlijke producten uit landen met een zwakkere regelgeving.

De omvang van de uitdaging

Het aanpakken van antimicrobiële resistentie in de veehouderij is een uitdaging. Bij het nemen van beslissingen over het al dan niet gebruiken van antibiotica moeten veehouders en dierenartsen idealiter doen wat het beste is voor het dier, en tegelijk het risico van antimicrobiële resistentie beperken. Dit betekent geen profylactisch gebruik van antibiotica, gebruik van het juiste antibioticum in de juiste dosis voor de juiste duur voor vastgestelde infecties, maar van cruciaal belang, het voorkomen van deze infecties in de eerste plaats.

Maar het verminderen van het gebruik van antibiotica en het toepassen van maatregelen om de verspreiding van infecties te voorkomen, kunnen extra kosten voor boeren genereren en resulteren in hogere voedselprijzen. Uit ons onderzoek bleek dat er niet één oplossing is en dat er verschillende strategieën nodig zijn om het verantwoord gebruik van antibiotica in verschillende veehouderijsectoren te verbeteren.

Een optie zou bijvoorbeeld zijn om de voorlichting van dierenartsen over het verantwoord voorschrijven van antibiotica aan te vullen met infectiepreventiepraktijken om hun vertrouwen in alternatieve strategieën te vergroten. Het aanmoedigen van het gebruik van diagnostische tests om de aan- of afwezigheid van infecties te bevestigen, zou de houding van dierenartsen ten opzichte van het verminderen van het antibioticagebruik positief kunnen beïnvloeden en hun voorschrijfgedrag bij runderen en varkens kunnen verbeteren.

Voor boeren is het verbeteren van managementpraktijken en het houden van dieren van cruciaal belang – goede huisvestingsomstandigheden en netheid zijn van het grootste belang voor alle dieren als ze gezond willen zijn. Maar daarnaast bleek uit ons onderzoek dat waar niet-therapeutisch gebruik van antibiotica met name bij varkens een probleem is geweest, het verbeteren van de kennis over antibioticagebruik en -resistentie ook nuttig zou kunnen zijn. Bij runderen zouden strategieën zoals het gebruik van alternatieve, niet-antibiotische behandelingen of het vaccineren van kuddes een positieve invloed kunnen hebben.

Echter werd ook externe druk van regeringen of consumenten als beïnvloedende factoren aangemerkt. Als de vraag naar zuivel, vlees en pluimvee toeneemt dat op verantwoorde wijze is geproduceerd in termen van welzijn en antibiotica, zullen boeren en detailhandelaren druk voelen om aan die behoeften te voldoen en de richtsnoeren en beste praktijken na te leven. Dit zal echter meer middelen en inspanningen van de landbouwers vergen en kan ertoe leiden dat de kosten aan de consumenten worden doorgerekend. Het is dus een prijs die we bereid moeten zijn te betalen voor gezondere dieren en veiliger voedsel.

Als koopkrachtige burgers kunnen we allemaal een rol spelen bij het verbeteren van het antibioticagebruik in de landbouw, net zo goed als boeren en dierenartsen – een punt dat de moeite waard is om te onthouden wanneer we de volgende keer onze keuzes in de supermarkt overwegen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.