Er is een plek in Italië waarvan ik de schoonheid mijn hele leven voor lief heb genomen en die ik om die reden niet het vermelden waard had geacht.
Die plek is de bergketen van de Apennijnen, de “andere” Italiaanse bergen. Mijn betrokkenheid als medeorganisator van een MTB-etappekoers en diverse ritten op de wielerrondes van Tourissimo hebben mij ertoe aangezet de Apennijnen en de kenmerken ervan als fiets- en outdoorbestemming te delen.
De Apennijnen zijn de bergen die bijna over de hele lengte van Italië lopen, van Ligurië (in het noorden) tot het uiterste puntje van Calabrië (in het zuiden) en zelfs tot op het eiland Sicilië. Zij vormen Italië’s equivalent van de Great Divide van Noord-Amerika op een veel kleinere schaal (ongeveer 1/3). Behalve dat ze de waterscheiding vormen, waren ze ook letterlijk een grote kloof omdat het tot de komst van de spoorwegen sneller was om van Ancona aan de Adriatische oostkust naar Rome aan de westkust te varen dan om over land te reizen. Bestuurders van vandaag die moeten oversteken klagen nog steeds over de taak.
Maar ruiters vinden er een verbazingwekkend speelterrein van stille valleien en passen tussen bossen van kastanje-, eiken-, en beukenbomen. Een netwerk van secundaire wegen vertrekt vanuit de valleien gevormd door de rivieren die ontspringen in de buurt van de bergtoppen. Kenmerkend voor de Apennijnen is dat de beklimmingen steile stukken (1/2 mijl) kunnen bevatten, hoewel ze over het algemeen lang en geleidelijk zijn en men van zeeniveau continu 25-30 mijl kan klimmen. De Apennijnen zijn niet overbevolkt of overbebouwd en bevatten vele regionale en nationale parken. De inwoners lijken een atavistisch respect voor de natuur te hebben, dat volgens mij voortkomt uit het feit dat zij al duizenden jaren afhankelijk zijn van de natuur en haar produkten, omdat de lange-afstandshandel niet zo levendig was als in de kuststeden en in de Povlakte. Hun praktische zin voor gastvrijheid gaat terug tot de tijd waarin de pelgrims reisden om Rome te bereiken, en tot de tijd van WO II toen het Italiaanse verzet, de partigiani, onderdak en gastvrijheid vonden terwijl ze hun bevrijdingsplan organiseerden met de hulp van de geallieerden. Hieronder, een Willys MB uit 1940 achtergelaten door de geallieerden.
De Apennijnen is een lang stelsel van bergen en heuvels en het is slechts ongeveer 20 mijl (32 km) breed aan beide uiteinden, maar ongeveer 120 mijl (190 km) breed in de Centrale Apennijnen, ten oosten van Rome, waar de “Grote Rots van Italië” (Gran Sasso d’Italia) de hoogste Apennijnse top (9.554 ft – 2.912 mt) en de enige gletsjer op het schiereiland, Calderone, de meest zuidelijke van Europa. De oostelijke hellingen tot aan de Adriatische Zee zijn steil, terwijl de westelijke hellingen uitlopers vormen waarop de meeste steden van het schiereiland Italië zijn gelegen. De bergen worden meestal genoemd naar de provincie of provincies waarin ze liggen; de Ligurische Apennijnen liggen bijvoorbeeld in Ligurië.
De Apennijnen zijn onderverdeeld in drie sectoren: noordelijk, centraal, en zuidelijk. Ze bestaan overwegend uit zandsteen en kalkmergel (klei) in het noorden, kalksteen en dolomiet (magnesiumkalksteen) in het centrum, en kalksteen, verweerd gesteente, en Hercynisch graniet in het zuiden. Aan weerszijden van de centrale massa zijn twee aanzienlijk lagere massa’s gegroepeerd. Deze sub-Apennijnen lopen in het oosten van Monferrato tot de Golf van Taranto en in het westen van Florence zuidwaarts door Toscane en Umbrië naar Rome.
Een aantal lange wandelpaden kronkelt door de Apennijnen. Van belang is de Europese wandelroute E1 die vanuit Noord-Europa de noordelijke en centrale Apennijnen doorkruist. Het Grote Italiaanse Pad begint in Triëst en doorkruist na de Alpenboog het hele Apennijnengebied, Sicilië en Sardinië. Ook de Alta Via dei Parchi in de regio Emilia Romagna doorkruist 7 nationale en regionale parken en loopt grotendeels over de bergkam (de waterscheiding Emilia-Romagna en Toscane, dus Adriatische en Tyrreense).
Recentelijk is de via Francigena (St. Franciscusroute, die van Noord-Europa naar Rome loopt) weer in gebruik genomen voor pelgrims en eenvoudige toeristen, en ik denk dat deze weg in de komende jaren net zo beroemd (en drukbezocht) zal worden als de Camino de Santiago in Spanje. Hij doorkruist de bergen tussen Emilia Romagna en Toscane.
Ik kan me minstens vier routes voorstellen om te gebruiken voor fietstochten in de Apennijnen.
- Van het wijngebied van Piemonte naar Parma: een enogastronomische reis die twee Slow Food bolwerken verbindt;
- Van de Adriatische zee naar de Tyrreense zee: dwars fietsen, kust aan kust, heeft zijn mode;
- Rijden door de wilde hooglanden van Abruzzo en Marche: deze bergen en parken laten iedere nieuwe bezoeker steeds weer ademloos;
- De grand tour: trek er 3 weken voor uit en fiets alles!
Voor wandelaars zijn er zo veel mogelijkheden dat het moeilijk kiezen zou zijn. Ik stel me voor (in een grote reis) Cinque Terre en de Amalfikust met elkaar te verbinden. Beginnend in Levanto, dan de Apuaanse Alpen, dan de “Sentiero degli Dei,” of “Paden van de Goden” die Bologna met Florence verbindt. En dan Urbino en Norcia, en enkele minder bekende juweeltjes zoals Santo Stefano di Sessanio, Camerino, Gubbio, Pennabilli en San Sepolcro. Het Sibillini gebergte en Campo Imperatore, Rome en Napels en tenslotte Amalfi.
De lokale producten bestaan uit kastanje en spelt, honing, paddestoelen, kaas (de beste Parmezaanse kaas komt uit de Apennijnen in de provincie Reggio Emillia), sappige vleeswaren, bessen en zwarte truffels.
De typische gerechten van de Apennijnen zijn tortelli (verse pasta gevuld met kaas en groenten), polenta geserveerd met paddestoelen of wild, en tigelle en crescentine (broodvervangers geserveerd met lokale ham of smeerbare reuzel).
De osterie op de Apennijnen zijn eenvoudige, authentieke plaatsen waar echte wijn en eenvoudige gerechten worden geserveerd. Na de bediening wordt er gekaart of gewoon gezellig gepraat bij een kop koffie of rode wijn.
Dus, als u op zoek bent naar het “echte” Italië, zijn de Apennijnen misschien uw volgende bestemming. De beste tijd om te gaan is van mei tot juli, en half september.