Geboren in Cuba in 1945, een machtig drugsondernemer in de jaren zeventig en tachtig, Door de FBI geïdentificeerd als een 30-jarige man, lang, knap, biseksueel, en verrassend ongeduldig om zelfs zijn beste vrienden, die in ongenade vielen of om op dramatische wijze uit de gevangenis te komen, neer te schieten. Kort nadat Fidel Castro aan de macht was gekomen, vertrok Sicilia Falcón, zijn zware tegenstander, naar Miami waar hij zonder succes tegen de Cubaanse leider samenspande. In zijn strafblad komen aanklachten voor van wanordelijk gedrag, vandalisme, sodomie en homoseksualiteit uit zijn adolescentiejaren. De avonturen van deze gevaarlijke crimineel die geschiedenis schreef in de duistere wereld van de drugshandel, worden verteld door de schrijver James Mills in zijn boek “The Underground Empire” *, een bestseller waarvan de bladzijden de 4 jaar van het intieme leven samenbrengen dat Mills onderhield met de meest geduchte handelaars ter wereld: moordenaars, smokkelaars, drugsverslaafden en verschillende Chinese bazen van het sinistere leger van clandestiene opium, een veel groter, machtiger en uitgebreider imperium dan de maffia en zonder Echter, geen “tussen hen bleek meer formidabel en gedurfder dan Sicilia Falcón, niet alleen voor het vergaren van een kolossaal fortuin, maar voor hun aangeboren psychopathische vermogen om de lach te verruilen voor een felle grijns om hun pistool te lossen in het bijzijn van een vijand of een ex-vriend, of om op dramatische wijze te ontsnappen uit de gevangenis. Deze “crime lord” had overdadige residenties, gepantserde auto’s, bewapende boten en jachten die eruit zagen als drijvende, kogelvrije en zelfs torpedo-hotels.
Alberto Sicilia valk