Achtergronden: Ulcera aften in het terminale ileum zijn geen ongewone bevindingen tijdens colonoscopieën. Hun etiologie en klinische betekenis is echter onduidelijk. Methode: Van mei 1992 tot februari 2002 werden 112 patiënten met geïsoleerde enkelvoudige of meervoudige afterende ulcera in het terminale ileum geïdentificeerd tijdens colonoscopie. Hiervan werden 48 patiënten die een follow-up colonoscopie ondergingen retrospectief geanalyseerd. Resultaten: De gemiddelde leeftijd was 44,5¡¾11,4 en de man-vrouw verhouding 22:26 (1:1,2). Belangrijkste klachten waren ongemak in de onderbuik (8, 16,6%), en losse ontlasting (7, 14,6%). Zeven patiënten (14,6%) waren asymptomatisch. Vermoedelijke etiologieën waren onbekend (41, 85,4%), infectie (6, 12,5%) en drugs (1, 2,1%). De letsels waren meestal multipel (44, 91,7%). Histopathologie toonde niet-specifieke acute en/of chronische ontsteking in alle gevallen (43/43). Bij follow-up endoscopie (gemiddeld interval 11,7¡¾14,8 maand) trad volledige remissie op bij 20 patiënten (58,8%), gedeeltelijke remissie bij 3 patiënten (8,8%). 11 (32,4%) patiënten vertoonden geen intervalverandering. Er was geen enkel geval dat verergerde of overging naar een andere ziekte. Er was geen significant verschil in endoscopische verbetering tussen de patiënten met conservatieve zorg en met 5-ASA (67,6% vs. 72,2%, p = 1,00). Conclusies: Geïsoleerde afteneuze ulcera in het terminale ileum tijdens colonoscopie volgen een goedaardig klinisch beloop. Klinische observatie en symptomatische zorg wordt aanbevolen.