Deze kruidachtige overblijvende plant wordt 50 cm (1,6 ft) of meer hoog. Hij heeft getande, tweevoudig geveerde samengestelde bladeren die tot 40 cm lang en 30 cm breed kunnen worden.
De witte bloemen verschijnen in het voorjaar in een dichte tros die ongeveer 108 cm lang is. Het opvallendste kenmerk is de vrucht, een witte bes met een diameter van 1 cm. De grootte, de vorm en het zwarte stempellitteken geven de soort zijn andere algemene naam, “poppenogen”. De steeltjes waarop de bessen groeien zijn dikker dan die van de verwante soort, de rode banebes (Actaea rubra). Dit is de reden voor de specifieke naam pachypoda, die “dikke voet” betekent, van het Oudgriekse παχύς pakhús “dik” en πούς poús “voet”. De steeltjes worden dikker en worden helderrood naarmate de bessen zich ontwikkelen.
De bessen rijpen in de loop van de zomer en vormen vruchten die tot de vorst aan de plant blijven.
Er zijn roze- en rood-besdragende planten die A. pachypoda forma rubrocarpa, maar sommige daarvan produceren onvruchtbaar zaad, en kunnen eigenlijk hybriden zijn met Actaea rubra.
GifstoffenEdit
Zowel de bessen als de gehele plant worden beschouwd als giftig voor de mens. De bessen bevatten cardiogene toxinen die een onmiddellijk kalmerend effect kunnen hebben op het menselijke hartspierweefsel, en zijn het giftigste deel van de plant. Inname van de bessen kan leiden tot hartstilstand en de dood.
De bessen zijn onschadelijk voor vogels, de voornaamste zaadverspreiders van de plant.